Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. praatjes hebben:


Dutch

Detailed Translations for praatjes hebben from Dutch to French

praatjes hebben:

praatjes hebben [znw.] nomen

  1. praatjes hebben (praatjes)
    le blagueur; l'hâbleur

Translation Matrix for praatjes hebben:

NounRelated TranslationsOther Translations
blagueur praatjes; praatjes hebben grapjas; hol vat; leeg vat; lolbroek
hâbleur praatjes; praatjes hebben bluffer; dikdoener; opschepper; opscheppers; patser; pocher; praatjesmakers; snoever; snoevers; spekkoper; windbuil; windbuilen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
hâbleur grootsprakig; opschepperig; protsend; protserig; schreeuwerig

External Machine Translations:

Related Translations for praatjes hebben