Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. promotors:
  2. promotor:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for promotors from Dutch to French

promotors:

promotors [de ~] nomen, plural

  1. de promotors
    le promoteurs; le président de thèse

Translation Matrix for promotors:

NounRelated TranslationsOther Translations
promoteurs promotors
président de thèse promotors

Related Words for "promotors":


promotor:

promotor [de ~ (m)] nomen

  1. de promotor (bevorderaar)
    le promoteur; le tuteur; le défenseur; le protecteur

Translation Matrix for promotor:

NounRelated TranslationsOther Translations
défenseur bevorderaar; promotor achterspeler; back; bepleiter; fakkeldrager; handhaver; iemand die een fakkel draagt; ijveraar; pleitbezorgster; pleitster; toortsdrager; verdedigster; voorstander; voorvechter
promoteur bevorderaar; promotor aanstichter; bepleiter; ijveraar; oprichter; projectontwikkelaar; stichter; voorstander; voorvechter
protecteur bevorderaar; promotor begeleider; begunstiger; beschermer; beschermheer; bewaker; cipier; die wakker is; donateur; gevangenbewaarder; gids; leidsman; loods; mandekker; mecenas; schenker; verdediger; wacht; wakker; wie beschermt
tuteur bevorderaar; promotor begeleider; curator; docent; gezinsvoogd; gids; instructeur; leermeester; leraar; mentor; reisbegeleider; voogd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
protecteur behoedend; beschermend; beveiligend

Related Words for "promotor":


Wiktionary Translations for promotor:

promotor
noun
  1. Personne qui promeut un service ou un bien.

Cross Translation:
FromToVia
promotor promoteur developer — real estate developer