Dutch
Detailed Translations for rapporteert from Dutch to French
rapporteren:
-
rapporteren (melden; berichten; meedelen; informeren; verslag uitbrengen)
rapporter; communiquer; faire savoir; faire le compte rendu de; annoncer; raconter; rendre compte; faire connaître; déclarer; couvrir; relater-
rapporter verb (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, rapportent, rapportais, rapportait, rapportions, rapportiez, rapportaient, rapportai, rapportas, rapporta, rapportâmes, rapportâtes, rapportèrent, rapporterai, rapporteras, rapportera, rapporterons, rapporterez, rapporteront)
-
communiquer verb (communique, communiques, communiquons, communiquez, communiquent, communiquais, communiquait, communiquions, communiquiez, communiquaient, communiquai, communiquas, communiqua, communiquâmes, communiquâtes, communiquèrent, communiquerai, communiqueras, communiquera, communiquerons, communiquerez, communiqueront)
-
faire savoir verb
-
annoncer verb (annonce, annonces, annonçons, annoncez, annoncent, annonçais, annonçait, annoncions, annonciez, annonçaient, annonçai, annonças, annonça, annonçâmes, annonçâtes, annoncèrent, annoncerai, annonceras, annoncera, annoncerons, annoncerez, annonceront)
-
raconter verb (raconte, racontes, racontons, racontez, racontent, racontais, racontait, racontions, racontiez, racontaient, racontai, racontas, raconta, racontâmes, racontâtes, racontèrent, raconterai, raconteras, racontera, raconterons, raconterez, raconteront)
-
rendre compte verb
-
faire connaître verb
-
déclarer verb (déclare, déclares, déclarons, déclarez, déclarent, déclarais, déclarait, déclarions, déclariez, déclaraient, déclarai, déclaras, déclara, déclarâmes, déclarâtes, déclarèrent, déclarerai, déclareras, déclarera, déclarerons, déclarerez, déclareront)
-
couvrir verb (couvre, couvres, couvrons, couvrez, couvrent, couvrais, couvrait, couvrions, couvriez, couvraient, couvris, couvrit, couvrîmes, couvrîtes, couvrirent, couvrirai, couvriras, couvrira, couvrirons, couvrirez, couvriront)
-
relater verb (relate, relates, relatons, relatez, relatent, relatais, relatait, relations, relatiez, relataient, relatai, relatas, relata, relatâmes, relatâtes, relatèrent, relaterai, relateras, relatera, relaterons, relaterez, relateront)
-
Conjugations for rapporteren:
o.t.t.
- rapporteer
- rapporteert
- rapporteert
- rapporteren
- rapporteren
- rapporteren
o.v.t.
- rapporteerde
- rapporteerde
- rapporteerde
- rapporteerden
- rapporteerden
- rapporteerden
v.t.t.
- heb gerapporteerd
- hebt gerapporteerd
- heeft gerapporteerd
- hebben gerapporteerd
- hebben gerapporteerd
- hebben gerapporteerd
v.v.t.
- had gerapporteerd
- had gerapporteerd
- had gerapporteerd
- hadden gerapporteerd
- hadden gerapporteerd
- hadden gerapporteerd
o.t.t.t.
- zal rapporteren
- zult rapporteren
- zal rapporteren
- zullen rapporteren
- zullen rapporteren
- zullen rapporteren
o.v.t.t.
- zou rapporteren
- zou rapporteren
- zou rapporteren
- zouden rapporteren
- zouden rapporteren
- zouden rapporteren
en verder
- ben gerapporteerd
- bent gerapporteerd
- is gerapporteerd
- zijn gerapporteerd
- zijn gerapporteerd
- zijn gerapporteerd
diversen
- rapporteer!
- rapporteert!
- gerapporteerd
- rapporterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for rapporteren:
Wiktionary Translations for rapporteren:
rapporteren
Cross Translation:
verb
-
het uitbrengen van een verslag of rapport
- rapporteren → rapporter
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rapporteren | → relater; rapporter | ↔ narrate — to give an account |
• rapporteren | → rapporter | ↔ report — to relate details of |
• rapporteren | → inspecter | ↔ survey — to inspect; to examine |