Dutch

Detailed Translations for ruziemakers from Dutch to French

ruziemakers:


ruziemaker:

ruziemaker [de ~ (m)] nomen

  1. de ruziemaker (vechter; haantje; kemphaan; )
    le batailleur; le bretteur; le chamailleur; le querelleur

Translation Matrix for ruziemaker:

NounRelated TranslationsOther Translations
batailleur haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter houwdegen; ijzervreter; kemphaan; knokker; messentrekker; ruziezoeker; vechtersbaas; vechtjas
bretteur haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter houwdegen; ijzervreter; vechtersbaas; vechtjas
chamailleur haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter herrieschopper; kibbelaar; krakeler; querulant; ruzieschopper; ruziezoeker
querelleur haantje; kemphaan; ruziemaker; ruziezoeker; twiststoker; twistzoeker; vechter herrieschopper; ijzervreter; kemphaan; knokker; messentrekker; querulant; ruzieschopper; ruziezoeker; vechtersbaas; vechtjas
ModifierRelated TranslationsOther Translations
batailleur strijdlustig; strijdvaardig; vechtlustig
chamailleur ruzieziek; ruziezoekend; twistziek
querelleur op ruzie lijkend; ruzieachtig; ruzieziek; ruziezoekend; twistziek

Related Words for "ruziemaker":


Wiktionary Translations for ruziemaker:


Cross Translation:
FromToVia
ruziemaker provocateur; agressif; belliqueux; combatif; batailleur; bagarreur; chamailleur; querelleur contentious — given to struggling