Dutch
Detailed Translations for saneren from Dutch to French
saneren:
-
saneren
assainir; réorganiser-
assainir verb (assainis, assainit, assainissons, assainissez, assainissent, assainissais, assainissait, assainissions, assainissiez, assainissaient, assainîmes, assainîtes, assainirent, assainirai, assainiras, assainira, assainirons, assainirez, assainiront)
-
réorganiser verb (réorganise, réorganises, réorganisons, réorganisez, réorganisent, réorganisais, réorganisait, réorganisions, réorganisiez, réorganisaient, réorganisai, réorganisas, réorganisa, réorganisâmes, réorganisâtes, réorganisèrent, réorganiserai, réorganiseras, réorganisera, réorganiserons, réorganiserez, réorganiseront)
-
Conjugations for saneren:
o.t.t.
- saneer
- saneert
- saneert
- saneren
- saneren
- saneren
o.v.t.
- saneerde
- saneerde
- saneerde
- saneerden
- saneerden
- saneerden
v.t.t.
- heb gesaneerd
- hebt gesaneerd
- heeft gesaneerd
- hebben gesaneerd
- hebben gesaneerd
- hebben gesaneerd
v.v.t.
- had gesaneerd
- had gesaneerd
- had gesaneerd
- hadden gesaneerd
- hadden gesaneerd
- hadden gesaneerd
o.t.t.t.
- zal saneren
- zult saneren
- zal saneren
- zullen saneren
- zullen saneren
- zullen saneren
o.v.t.t.
- zou saneren
- zou saneren
- zou saneren
- zouden saneren
- zouden saneren
- zouden saneren
en verder
- ben gesaneerd
- bent gesaneerd
- is gesaneerd
- zijn gesaneerd
- zijn gesaneerd
- zijn gesaneerd
diversen
- saneer!
- saneert!
- gesaneerd
- sanerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
saneren (gezondmaking; sanering)
Translation Matrix for saneren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
assainissement | gezondmaking; saneren; sanering | zuivering |
Verb | Related Translations | Other Translations |
assainir | saneren | herstructureren |
réorganiser | saneren | amenderen; herstructureren; herzien; modificeren; omvormen; omwerken; reorganiseren; veranderen; vervormen; wijzigen |