Interglot - "schaaltjes" translated from Dutch to French

Remove Ads

Summary

Dutch to French: more detail...

schaaltjes:
- petites coupes; petits plats
schaaltje:
- soucoupe; petit plateau; petit plat
schaal:
- coquille; coque; couche; bogue; peau; enveloppe; écorce; carapace; écale; brou; soucoupe; petit plateau; petit plat; plat résistant à la chaleur du four
Wiktionary:
- schaal → bol, conque, coque, coquille, jatte, plat, échelle, écorce
- schaal → bol, échelle, coquille, gamme, graduation

Dutch

Detailed Translations for schaaltjes from Dutch to French

schaaltjes:

schaaltjes [znw.] nomen

schaaltjes
la petites coupes; le petits plats
- petites coupes [la ~] nomen
- petits plats [le ~] nomen

Translation Matrix for schaaltjes:

Noun	Related Translations	Other Translations
petites coupes	schaaltjes
petits plats	schaaltjes

Related Words for "schaaltjes":

schaal, schaaltje

schaaltje:

schaaltje [het ~] nomen

het schaaltje (schaal)
la soucoupe; le petit plateau; le petit plat
- soucoupe [la ~] nomen
- petit plateau [le ~] nomen
- petit plat [le ~] nomen

Translation Matrix for schaaltje:

Noun	Related Translations	Other Translations
petit plat	schaal; schaaltje
petit plateau	schaal; schaaltje
soucoupe	schaal; schaaltje

Related Words for "schaaltje":

schaaltjes, schaal

schaaltjes form of schaal:

schaal [de ~] nomen

de schaal (schelp)
la coquille; la coque; la couche; la bogue; la peau; l'enveloppe; l'écorce; la carapace
- coquille [la ~] nomen
- coque [la ~] nomen
- couche [la ~] nomen
- bogue [la ~] nomen
- peau [la ~] nomen
- enveloppe [la ~] nomen
- écorce [la ~] nomen
- carapace [la ~] nomen
de schaal (bolster; schil; dop)
l'écale; le brou
- écale [la ~] nomen
- brou [le ~] nomen
de schaal (schaaltje)
la soucoupe; le petit plateau; le petit plat
- soucoupe [la ~] nomen
- petit plateau [le ~] nomen
- petit plat [le ~] nomen
de schaal (ovenschaal)
le plat résistant à la chaleur du four
- plat résistant à la chaleur du four [le ~] nomen

Translation Matrix for schaal:

Noun	Related Translations	Other Translations
bogue	schaal; schelp	bug; fout
brou	bolster; dop; schaal; schil
carapace	schaal; schelp	dekschild; schild
coque	schaal; schelp	casco; kokkel; scheepsromp
coquille	schaal; schelp	schulp
couche	schaal; schelp	bedding; broeibak; eerste laag verf; filmpje; grondlaag; grondverf; huidje; kweekbed; laag; laagje; ligbed; luier; niveau; omhulling; peil; plan; rivierbedding; schilletje; sponde; stand; velletje
enveloppe	schaal; schelp	boekomslag; briefomslag; buitenkant; couvert; emballage; envelop; enveloppe; huls; kaft; omhulsel; omkleedsel; omslag; omwindsel; verpakking; wikkel
peau	schaal; schelp	dun huidje; hachje; huid; membraan; omhulling; peul; schil; vel; velletje; vlies
petit plat	schaal; schaaltje
petit plateau	schaal; schaaltje
plat résistant à la chaleur du four	ovenschaal; schaal
soucoupe	schaal; schaaltje
écale	bolster; dop; schaal; schil	bast; schors
écorce	schaal; schelp	bast; boomschors; korst; korstje; kurk; omhulling; peul; roof; schil; schors; stukje schors; vel; wondkorst
Not Specified	Related Translations	Other Translations
couche		laag

Related Words for "schaal":

schalen, schaaltje, schaaltjes

Synonyms for "schaal":

Related Definitions for "schaal":

harde buitenkant of schil¹
- de schaal van het ei was gebroken¹
diepe schotel¹
- er stond een schaal met appelmoes op tafel¹
nummering waarmee je aangeeft hoe de verhouding is¹
- deze kaart heeft een schaal van 1 op 100.000¹

Wiktionary Translations for schaal:

schaal

noun

coupe hémisphérique
- bol → bekken; kom; vont; bowl; schaal; bassin; stroomgebied; vijver
Gros coquillage creux.
- conque → huisje; kinkhoorn; schaal; schelp; slakkehuis
enveloppe extérieure de l’œuf.
- coque → dop; schaal; schil; schors
Enveloppe dure et calcaire (1)
- coquille → huisje; kinkhoorn; schaal; schelp; slakkehuis
Espèce de vase rond, tout d'une pièce et sans rebord, de profondeur intermédiaire entre un grand bol et une écuelle. Généralement en terre cuite, en faïence ou en porcelaine, plus rarement en bois, elle est utilisée dans la confection de plusieurs mets comme les compotes ou les entremets, d
- jatte → bowl; kom; schaal
pièce de vaisselle, à fond plat destinée à contenir les mets qu’on servir sur la table.
- plat → schaal; schotel
dispositif composé de deux montants de bois ou de fer munis d’espace en espace de traverses de bois ou de fer disposées de manière qu’elles peuvent servir de degrés ou d’escalier.
- échelle → ladder; schaalverdeling; verhouding; schaal
Partie superficielle et protectrice des arbres et des végétaux
- écorce → dop; schaal; schil; schors; boomschors

Cross Translation:

From	To	Via
• schaal	→ bol	↔ bowl — container
• schaal	→ échelle	↔ scale — ordered numerical sequence
• schaal	→ échelle	↔ scale — size or scope
• schaal	→ échelle	↔ scale — ratio of distances
• schaal	→ échelle	↔ scale — assigning a magnitude
• schaal	→ coquille	↔ shell — hard covering of an egg
• schaal	→ coquille	↔ shell — covering of a nut
• schaal	→ gamme	↔ Skala — Tonleiter
• schaal	→ graduation	↔ Skala — Zuordnungsvorschrift, Einteilung zu einer Bewertung

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate schaaltjes from Dutch to French

Detailed Translations for schaaltjes from Dutch to French

schaaltjes:

schaaltjes [znw.] nomen

schaaltjes

Translation Matrix for schaaltjes:

Related Words for "schaaltjes":

schaaltje:

schaaltje [het ~] nomen

het schaaltje (schaal)

Translation Matrix for schaaltje:

Related Words for "schaaltje":

schaaltjes form of schaal:

schaal [de ~] nomen

de schaal (schelp)

de schaal (bolster; schil; dop)

de schaal (schaaltje)

de schaal (ovenschaal)

Translation Matrix for schaal:

Related Words for "schaal":

Synonyms for "schaal":

Related Definitions for "schaal":

Wiktionary Translations for schaal: