Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schaatsen:
  2. schaats:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for schaatsen:
    • patinage


Dutch

Detailed Translations for schaatsen from Dutch to French

schaatsen:

schaatsen verb

  1. schaatsen (schaatsenrijden)
    faire du patin à glace; patiner; faire du patin
    • patiner verb (patine, patines, patinons, patinez, )

schaatsen [de ~] nomen, plural

  1. de schaatsen (doorlopers)

Translation Matrix for schaatsen:

NounRelated TranslationsOther Translations
faire du patin schaatsenrijden
patiner schaatsenrijden
patins de course doorlopers; schaatsen
VerbRelated TranslationsOther Translations
faire du patin schaatsen; schaatsenrijden
faire du patin à glace schaatsen; schaatsenrijden
patiner schaatsen; schaatsenrijden

Related Words for "schaatsen":


Wiktionary Translations for schaatsen:


Cross Translation:
FromToVia
schaatsen patinage skate — act of skating or ice skating

schaatsen form of schaats:

schaats [de ~] nomen

  1. de schaats
    le patin à glace

Translation Matrix for schaats:

NounRelated TranslationsOther Translations
patin à glace schaats

Related Words for "schaats":


Related Definitions for "schaats":

  1. lang scherp ijzer onder schoen, voor op het ijs1
    • je moet je schaatsen slijpen voor het gaat vriezen1

Wiktionary Translations for schaats:

schaats
noun
  1. een ijzer dat onder de schoenen wordt gebonden of aan de schoenen is vastgemaakt, om zich daarmee over het ijs te verplaatsen
schaats
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
schaats patin à glace ice skate — a light boot, fitted with a blade, used for skating on ice
schaats patin; patin à glace SchlittschuhSchuh, an dem eine Kufe aus Stahl befestigt ist und mit dem man über Eis gleiten kann