Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schachten:
  2. schacht:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schachten from Dutch to French

schachten:

schachten [de ~] nomen, plural

  1. de schachten (stelen; pijlen)
    la tiges; le puits; le manches; la verges; le timon
  2. de schachten (mijnschachten; mijngroeven; mijnputten)
    le puits; le manches; la mines; la fosses; le puits de mine

Translation Matrix for schachten:

NounRelated TranslationsOther Translations
fosses mijngroeven; mijnputten; mijnschachten; schachten mijnen
manches mijngroeven; mijnputten; mijnschachten; pijlen; schachten; stelen klungels
mines mijngroeven; mijnputten; mijnschachten; schachten mijnen
puits mijngroeven; mijnputten; mijnschachten; pijlen; schachten; stelen bron; inspiratiebron; putten; waterputten
puits de mine mijngroeven; mijnputten; mijnschachten; schachten groeve; mijnschacht
tiges pijlen; schachten; stelen stelen; stengels
timon pijlen; schachten; stelen disselboom
verges pijlen; schachten; stelen tuchtroede

Related Words for "schachten":


schachten form of schacht:

schacht [de ~ (m)] nomen

  1. de schacht
    la verge; la tige

Translation Matrix for schacht:

NounRelated TranslationsOther Translations
tige schacht boomtak; ent; halm; handvat in de vorm van stok; rank; ranken; steel; stengel; tak; tuchtroede; uitloper
verge schacht

Related Words for "schacht":


Wiktionary Translations for schacht:

schacht
noun
  1. pièce de bois, de métal, etc., étroite et longue.
  2. barre de bois ou de fer qui sert de clôture.
  3. intestin, tripes, viscères. note se dit des animaux et péjorativement de l’homme.
  4. Morceau de bois assez long
  5. Grande perche.
  6. long pièce de bois.

Cross Translation:
FromToVia
schacht bleu frosh — first year student
schacht bleu rookie — an inexperienced recruit
schacht hampe shaft — long narrow body of spear or arrow
schacht puits SchachtBergbau: vertikaler Grubenbau zu einem Stollen
schacht cage SchachtBauwerk: hohler, meist senkrechter Raum