Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. scheldwoorden:
  2. scheldwoord:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for scheldwoorden from Dutch to French

scheldwoorden:

scheldwoorden [de ~] nomen, plural

  1. de scheldwoorden
    le gros mots

Translation Matrix for scheldwoorden:

NounRelated TranslationsOther Translations
gros mots scheldwoorden schuttingwoorden

Related Words for "scheldwoorden":


scheldwoord:

scheldwoord [het ~] nomen

  1. het scheldwoord
    le gros mot; l'injure; l'insulte

Translation Matrix for scheldwoord:

NounRelated TranslationsOther Translations
gros mot scheldwoord schuttingwoord
injure scheldwoord belediging; beschimping; krenking; kwetsing; schamp; spot
insulte scheldwoord aanfluiting; belediging; beschimping; bespotting; gespot; hoon; ironie; laster; oneer; sarcasme; schamp; schande; smaad; spot; spotternij

Related Words for "scheldwoord":


Wiktionary Translations for scheldwoord:

scheldwoord
noun
  1. een term die bedoeld is om iets of iemand te beledigen

Cross Translation:
FromToVia
scheldwoord gros mot; grossièreté; insulte Schimpfwort — ein abfälliges, herabwürdigendes und beleidigendes Wort gegenüber Personen
scheldwoord juron; gros mot swear word — impolite or offensive taboo word