Dutch

Detailed Translations for schimmen from Dutch to French

schimmen:


schimmen form of schim:

schim [de ~] nomen

  1. de schim (geestverschijning; geest; verschijning; spookverschijning; spook)
    l'apparition; le fantôme; la connaissance; l'esprit; le revenant; le spectre; l'âme; l'hantise; le génie; la vision; la raison; l'intelligence; l'intellect
  2. de schim (gedaante)
    la silhouette; l'aspect; la figure; l'ombre; la forme

Translation Matrix for schim:

NounRelated TranslationsOther Translations
apparition geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning spookgestalte; spookverschijning; verschijnen; verschijning; verschijningsvorm
aspect gedaante; schim aanblik; aangezicht; aanzien; allure; aspect; buitenkant; exterieur; facet; gedaante; gelaat; iemand zijn uiterlijk; opzicht; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
connaissance geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning bekende; bekende persoon; capabelheid; competentie; geleerdheid; gemoedstoestand; handigheid; kennis; kennisje; kneep; kunst; medeweten; stemming; toer; truc; vage kennis; weten; wetenschap
esprit geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning aardigheid; bewustzijn; brein; brille; confessie; denkvermogen; elf; elfje; geest; geestigheid; gein; geloof; geloofsovertuiging; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; gemoedstoestand; genialiteit; genie; gezindheid; gezindte; grap; hersens; humor; inborst; intellect; intelligentie; inzicht; rede; spiritus; spookgestalte; spookverschijning; stemming; strekking; temperament; teneur; uiting van vrolijkheid; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
fantôme geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning fantoom; hersenschim; spook; spookbeeld; spookgestalte; spookverschijning
figure gedaante; schim aangezicht; aanzien; buitenkant; figuur; gedaante; gelaat; gezicht; lichaamslijn; personage; postuur; silhouet; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm
forme gedaante; schim aangezicht; aanzien; afgieting; afgietsel; belijdenis; buitenkant; conditie; drukvorm; figuur; gedaante; gelaat; gietmal; gietsel; gietvorm; in vorm zijn; leest; lichaamslijn; mal; matrijs; matrix; modelvorm; moedervorm; postuur; schoenleest; shape; silhouet; type; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm; vormsel
génie geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning brein; brille; denkvermogen; geest; gemoedstoestand; geniaal persoon; genialiteit; genie; geniekorps; hersens; intellect; intelligentie; meesterbrein; stemming; vernuft; verstand; vindingrijk vernuft
hantise geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning hersenschim; spookbeeld
intellect geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning brein; brille; denkvermogen; geest; geestvermogen; gemoedstoestand; genie; hersens; idee; intellect; intelligentie; inzicht; rede; stemming; vernuft; verstand; verstandelijk vermogen
intelligence geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning adremheid; begripsvermogen; bevattingsvermogen; bijdehandheid; brein; brille; denkvermogen; geest; geestvermogen; gemoedstoestand; genialiteit; genie; gevatheid; gewiekstheid; goochemheid; hersens; idee; intellect; intelligentie; inzicht; pienterheid; rede; scherpheid; scherpte; scherpzinnigheid; schranderheid; slimheid; slimmigheid; snedigheid; spitsheid; spitsvondigheid; stemming; uitgeslapenheid; vernuft; verstand; verstandelijk vermogen; vindingrijk vernuft; vlugheid
ombre gedaante; schim deemstering; donkerte; duisternis; glimp; lommer; schaduw; schaduwbeeld; silhouet; slagschaduw; vleug; vleugje
raison geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning aanleiding; billijkheid; brein; denkvermogen; directe oorzaak; geest; geestvermogen; gelijk; gemoedstoestand; hersens; intellect; oorzaak; rede; redelijkheid; reden; schappelijkheid; stemming; vernuft; verstand; verstandelijk vermogen; wijsheid
revenant geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning spookgestalte; spookverschijning
silhouette gedaante; schim contour; figuur; gedaante; lichaamslijn; omlijning; omtrek; postuur; schaduwbeeld; silhouet; uiterlijk; verschijning
spectre geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning gamma; scala; schrikbeeld; spectrum; spookgestalte; spookverschijning
vision geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning aanblik; aangezicht; anamorfose; begrip; benul; beschouwing; blik; chimère; denkbeeld; drogbeeld; droombeeld; gelaat; gezicht; gezichtspunt; hallucinatie; hersenschim; idee; illusie; interpretatie; inzicht; kijk; lezing; mening; mentale voorstelling; oogopslag; oordeel; opinie; opvatting; panorama; prospect; spookbeeld; standpunt; uitzicht; vergezicht; visie; visioen; vue; zicht; zienswijze; zinsbegoocheling
âme geest; geestverschijning; schim; spook; spookverschijning; verschijning aandrift; aard; daadkracht; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoed; gemoedstoestand; inborst; inslag; karakter; kracht; mentaliteit; momentum; natuur; puf; stemming; werklust; ziel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
connaissance kennis
ombre donkere tint

Related Words for "schim":


Wiktionary Translations for schim:

schim
Cross Translation:
FromToVia
schim fantôme; spectre; esprit; revenant; apparition; fantasme ghost — spirit appearing after death