Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schreeuwers:
  2. schreeuwer:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schreeuwers from Dutch to French

schreeuwers:

schreeuwers [de ~] nomen, plural

  1. de schreeuwers
    le criards

Translation Matrix for schreeuwers:

NounRelated TranslationsOther Translations
criards schreeuwers schreeuwlelijken

Related Words for "schreeuwers":


schreeuwers form of schreeuwer:

schreeuwer [de ~ (m)] nomen

  1. de schreeuwer (schreeuwlelijk; brulboei)
    le braillard; le pleurnicheur; le criard

Translation Matrix for schreeuwer:

NounRelated TranslationsOther Translations
braillard brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk bulderaar
criard brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk bulderaar
pleurnicheur brulboei; schreeuwer; schreeuwlelijk huilebalk; huiler; jankebalk; janker; jengel; rouwklager; snottebalk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
criard hard; hoog; lawaaierig; luid; luid klinkend; luidruchtig; rumoerig; schel; scherp; schril; snerpend
pleurnicheur huilerig; snotterig

Related Words for "schreeuwer":


Wiktionary Translations for schreeuwer:

schreeuwer
noun
  1. chasse|fr chien qui aboyer à la vue du sanglier, sans en approcher.