Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schrijnwerkers:
  2. schrijnwerker:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schrijnwerkers from Dutch to French

schrijnwerkers:

schrijnwerkers [de ~] nomen, plural

  1. de schrijnwerkers (kastenmakers)

Translation Matrix for schrijnwerkers:

NounRelated TranslationsOther Translations
menuisiers kastenmakers; schrijnwerkers meubelmakers; timmerlieden
ébénistes d'armoires kastenmakers; schrijnwerkers

Related Words for "schrijnwerkers":


schrijnwerkers form of schrijnwerker:

schrijnwerker [de ~ (m)] nomen

  1. de schrijnwerker (timmerman)
    le menuisier; le charpentier; l'ébéniste
  2. de schrijnwerker (meubelmaker)
    le menuisier; l'ébéniste

Translation Matrix for schrijnwerker:

NounRelated TranslationsOther Translations
charpentier schrijnwerker; timmerman houtverwerker; houtwerker; timmerman
menuisier meubelmaker; schrijnwerker; timmerman houtverwerker; houtwerker; kastenmaker; meubelmaker; timmerman
ébéniste meubelmaker; schrijnwerker; timmerman houtverwerker; houtwerker; kastenmaker; meubelmaker; timmerman

Related Words for "schrijnwerker":


Wiktionary Translations for schrijnwerker:

schrijnwerker
noun
  1. beroep|nld een houtbewerker en maker van kasten en meubels
schrijnwerker
noun
  1. menu|fr Personne qui travaille le bois pour en faire des meubles ou des pièces utiles pour les bâtiments.