Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schuldenaar:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schuldenaar from Dutch to French

schuldenaar:

schuldenaar [de ~ (m)] nomen

  1. de schuldenaar
    le créancier; le débiteur

Translation Matrix for schuldenaar:

NounRelated TranslationsOther Translations
créancier schuldenaar belegger; crediteur; geldgever; geldschieter; investeerder; kredietgever; leningverstrekker; schuldeiser; schuldenares; suikeroom; vrouwelijke crediteur
débiteur schuldenaar crediteur; debiteur

Related Words for "schuldenaar":


Wiktionary Translations for schuldenaar:

schuldenaar
noun
  1. iemand die iets (meestal geld) aan iemand anders verschuldigd is