Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. sluizen:
  2. sluis:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for sluizen from Dutch to French

sluizen:

sluizen [de ~] nomen, plural

  1. de sluizen
    l'écluses

Translation Matrix for sluizen:

NounRelated TranslationsOther Translations
écluses sluizen geheel van sluizen; sluiswerken

Related Words for "sluizen":


sluizen form of sluis:

sluis [de ~] nomen

  1. de sluis (schutsluisje; sas; verlaat)
    l'écluse; le sas; le pertuis; l'écluse à sas

Translation Matrix for sluis:

NounRelated TranslationsOther Translations
pertuis sas; schutsluisje; sluis; verlaat
sas sas; schutsluisje; sluis; verlaat
écluse sas; schutsluisje; sluis; verlaat geheel van sluizen; sluiswerk; sluiswerken
écluse à sas sas; schutsluisje; sluis; verlaat schutsluis

Related Words for "sluis":


Wiktionary Translations for sluis:

sluis
noun
  1. scheepvaart|nld een kunstwerk om water te keren en mogelijk ook om schepen door te laten, op een plaats tussen twee waters met een verschillend waterpeil.
sluis
noun
  1. clôture en forme de bassin, faite de terre, de pierre, de bois ou de toute autre matière dans un port, sur une rivière, sur un canal, etc., ayant une ou plusieurs portes qui se lever et se baisser ou qui s’ouvrent et se fermer, pou

Cross Translation:
FromToVia
sluis sas; écluse lock — segment of a canal
sluis écluse sluice — passage for water

Related Translations for sluizen