Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. snoepjes:
  2. snoepje:
  3. snoep:
  4. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for snoepjes from Dutch to French

snoepjes:

snoepjes [de ~] nomen, plural

  1. de snoepjes (snoepgoed; lekkers; zoetigheid)
    la sucrerie; le bonbons; la friandise

Translation Matrix for snoepjes:

NounRelated TranslationsOther Translations
bonbons lekkers; snoepgoed; snoepjes; zoetigheid snoep; snoepgoed
friandise lekkers; snoepgoed; snoepjes; zoetigheid delicatesse; hapje; heerlijkheid; kandij; lekkernij; liflafje; snack; tussendoortje; versnapering
sucrerie lekkers; snoepgoed; snoepjes; zoetigheid suikergoed; suikerwerk

Related Words for "snoepjes":


snoepje:


snoepjes form of snoep:

snoep [de ~ (m)] nomen

  1. de snoep
    la friandises; le bonbons; la sucreries

Translation Matrix for snoep:

NounRelated TranslationsOther Translations
bonbons snoep lekkers; snoepgoed; snoepjes; zoetigheid
friandises snoep delicatesse; kandij; lekkernij; lekkers; suikergoed; suikerwerk; tussendoortje; versnapering; versnaperingen; zoetigheid
sucreries snoep suikergoed; suikerwerk

Related Words for "snoep":


Related Definitions for "snoep":

  1. zoete, lekkere dingen zonder voedingswaarde1
    • dat dikke kind eet teveel snoep1

Wiktionary Translations for snoep:

snoep
Cross Translation:
FromToVia
snoep bonbon; sucrerie candy — piece of candy
snoep sucreries; confiserie confectionery — sweet foodstuffs, collectively
snoep friandise; sucrerie Süßigkeitmeist Plural: Lebensmittel, die süß sind und als Naschzeug verwendet werden