Summary


Dutch

Detailed Translations for solidariteit from Dutch to French

solidariteit:

solidariteit [de ~ (v)] nomen

  1. de solidariteit (saamhorigheid; verbondenheid; eensgezindheid)
    la solidarité; la fraternité; l'entente; l'accord; l'alliance; l'unité; la concorde; l'harmonie
  2. de solidariteit (saamhorigheidsgevoel)
    la concordance; le sentiment de solidarité; l'accord; l'entente; l'union; le consensus; la concorde

Translation Matrix for solidariteit:

NounRelated TranslationsOther Translations
accord eensgezindheid; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; solidariteit; verbondenheid accoord; accorderen; afspraak; afspreken; akkoord; arrangement; bijval; compromis; contract; deal; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; fiat; gemeenschappelijkheid; goedkeuring; goedvinden; harmonie; instemming; overeenkomst; overeenstemmen; overeenstemming; permissie; regeling; saamhorigheid; schikking; toelating; toestemming; transactie; vereffening; vergelijk; zaak
alliance eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid akkoord; alliantie; alliëren; associatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; bruiloft; bruiloftsdag; burgerlijke staat; coalitie; echt; echtverbintenis; federatie; genootschap; huwelijk; huwelijksdag; huwelijksring; liga; machtsblok; pact; sociëteit; trouwdag; trouwerij; trouwring; unie; verbond; verdrag; vereniging; vereniging van bevriende staten
concordance saamhorigheidsgevoel; solidariteit congruent zijn; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie; overeenstemming
concorde eensgezindheid; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; solidariteit; verbondenheid eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie; saamhorigheid; samenklank
consensus saamhorigheidsgevoel; solidariteit eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; harmonie; overeenstemming
entente eensgezindheid; saamhorigheid; saamhorigheidsgevoel; solidariteit; verbondenheid alliantie; bond; bondgenootschap; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; eenstemmigheid; harmonie; mededingingsregeling; unanimiteit; verbond; verstandhouding
fraternité eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid bond; broederschap; genootschap; sociëteit; vereniging
harmonie eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid balans; blaaskapel; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; evenwicht; fanfare; fanfarekorps; harmonie; harmonieleer; harmonieorkest; kapel; muziekkorps; orkest voor harmoniemuziek; saamhorigheid; samenklank; zangerigheid
sentiment de solidarité saamhorigheidsgevoel; solidariteit solidariteitsgevoel
solidarité eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid alliantie; bond; bondgenootschap; eendrachtigheid; eensgezindheid; lotsverbondenheid; saamhorigheid; solidariteitsgevoel; verbond; verbondenheid
union saamhorigheidsgevoel; solidariteit aaneenvoeging; akkoord; alliantie; amalgamatie; associatie; band; binding; bond; bondgenootschap; broederschap; bruiloftsdag; burgerlijke staat; coalitie; echt; echtverbintenis; eendracht; eendrachtigheid; eensgezindheid; eenwording; federatie; fusie; genootschap; harmonie; huwelijk; huwelijksdag; huwelijkse staat; liga; pact; samendoen; samenklank; samensmelting; samenvoeging; sociëteit; statenbond; trouwdag; unie; verbinden; verbinding; verbond; verdrag; vereniging; versmelting
unité eensgezindheid; saamhorigheid; solidariteit; verbondenheid eendrachtigheid; eenheid; eensgezindheid; eenvormigheid; gelijkvormigheid; legerafdeling; legereenheid; legeronderdeel; saamhorigheid; uniformiteit

Wiktionary Translations for solidariteit:

solidariteit
noun
  1. bewustzijn van groepsbelang en de wil om dat te tonen
solidariteit
noun
  1. Sentiment qui pousse des personnes à s'accorder une aide mutuelle