Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate spelers

Translate spelers from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

spelers:
- comédiens; acteurs au théâtre; acteurs dramatiques
speler:
- acteur; artiste; comédien; joueur; joueur de dés; joueuse; spéculateur; lecteur
Wiktionary:
- speler → acteur, joueur, personnage
- speler → joueur, joueuse, acteur, actrice, musicien, musicienne, fainéant, fainéante, lecteur

Dutch

Detailed Translations for spelers from Dutch to French

spelers:

spelers [de ~] nomen, plural

de spelers (toneelspelers; acteurs)
le comédiens; l'acteurs au théâtre; l'acteurs dramatiques
- comédiens [le ~] nomen
- acteurs au théâtre [le ~] nomen
- acteurs dramatiques [le ~] nomen

Translation Matrix for spelers:

Noun	Related Translations	Other Translations
acteurs au théâtre	acteurs; spelers; toneelspelers
acteurs dramatiques	acteurs; spelers; toneelspelers
comédiens	acteurs; spelers; toneelspelers	draaiers; grappenmakers; komedianten; komieken; paljassen; veinzers

Related Words for "spelers":

speler

speler:

speler [de ~ (m)] nomen

de speler (acteur; uitvoerder; actrice; artiest; tonelist; toneelspeler; vertoner)
l'acteur; l'artiste; le comédien
- acteur [le ~] nomen
- artiste [le ~] nomen
- comédien [le ~] nomen
de speler (kansspeler; gokker)
le joueur; le joueur de dés; la joueuse; le spéculateur
- joueur [le ~] nomen
- joueur de dés [le ~] nomen
- joueuse [la ~] nomen
- spéculateur [le ~] nomen
de speler
le lecteur
- lecteur [le ~] nomen

Translation Matrix for speler:

Noun	Related Translations	Other Translations
acteur	acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner	actor; cabaretier; komiek
artiste	acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner	artiest; artieste; kunstenaar; kunstenares; kunstenmaakster; liedjeszanger
comédien	acteur; actrice; artiest; speler; toneelspeler; tonelist; uitvoerder; vertoner	aansteller; cabaretier; clown; grappenmaker; guit; harlekijn; iemand die zich aanstelt; komediant; komediespeler; komiek; lolbroek; mallerd; olijkerd; paljas; pias; pierrot; snaak; uilenspiegel
joueur	gokker; kansspeler; speler	dobbelaar; speculant
joueur de dés	gokker; kansspeler; speler	dobbelaar
joueuse	gokker; kansspeler; speler	gokster; kansspeelster; speculant; speelster
lecteur	speler	diskettestation; leesapparaat; lezer; schijfstation; station
spéculateur	gokker; kansspeler; speler	speculant
Not Specified	Related Translations	Other Translations
artiste		artiest
Modifier	Related Translations	Other Translations
joueur		dartel; gerust; luchthartig; onbekommerd; onbesuisd; onbezorgd; speels; zorgeloos

Related Words for "speler":

spelers, spelertje, spelertjes

Wiktionary Translations for speler:

speler

noun

Celui, celle qui représenter un personnage dans une pièce de théâtre.
- acteur → acteur; komediant; speler; toneelspeler
Participant à un jeu
- joueur → speler; gokker
personne ; en parlant principalement des hommes, avec une certaine idée de grandeur, d’autorité, d’importance sociale.
- personnage → figuur; rol; speler; personage; persoon; een groot man; notabele; topfiguur; topfunctionaris

Cross Translation:

From	To	Via
• speler	→ joueur; joueuse	↔ player — who plays any game
• speler	→ acteur; actrice	↔ player — dramatic actor
• speler	→ joueur; musicien; joueuse; musicienne	↔ player — who plays on a musical instrument
• speler	→ fainéant; fainéante	↔ player — playful person, idler
• speler	→ joueur; joueuse	↔ player — gambler
• speler	→ lecteur	↔ player — electronic device
• speler	→ lecteur	↔ player — software application