Noun | Related Translations | Other Translations |
jeu
|
beurt; rondje; spelletje
|
concours; game; marge; partij; partijtje; pot; potje; speelruimte; speelwijze; spel; speling; stapel; strijd; wedstrijd; wedstrijdje
|
partie
|
beurt; rondje; spelletje
|
aandeel; afdeling; basisbestanddeel; bestanddeel; brok; component; deel; departement; detachement; element; feest; festijn; fractie; gedeelte; gespeel; hoeveelheid; ingrediënt; kinderspel; klompje; klont; klontertje; klontje; onderdeel; part; partij; partijtje; party; potje; sectie; segment; spel; stuk; suikerklontje; tak; wedstrijdje
|
tour
|
beurt; rondje; spelletje
|
afstand; baan; baanvak; behendigheid; burchttoren; cirkel; draai; draaibank; etappe; expeditie; foefje; gekke streek; handigheid; kasteeltoren; kneep; kneepje; kring; kuier; kunst; kunstgreep; kunstje; list; loopje; maniertje; mars; omdraaiing; omgang; omgang hebben met; omloop; ommetje; omwenteling; pad; poets; rare streek; reis; rit; ronde; ronde doen; rondgang; rondje; rondreis; rondrit; route; slimheid; slottoren; sluwe streek; streek; tocht; tochtje; toer; toertje; toren; torenflat; torengebouw; torentje; tour; tournee; traject; trektocht; trip; truc; uitje; uitstapje; wandeling; wandeltocht; weg; wending; wolkenkrabber; zijn ronde doen
|