Summary


Dutch

Detailed Translations for sprookje from Dutch to French

sprookje:

sprookje [het ~] nomen

  1. het sprookje (verzinsel; fictie; fabel; )
    la fable; le conte de fées; la fiction; l'illusion; la fabulation; l'affabulation; l'invention
  2. het sprookje (sprookjesverhaal)
    le récit; la merveille; le conte de fée; la fable; la narration; le conte; le rêve; la fiction

Translation Matrix for sprookje:

NounRelated TranslationsOther Translations
affabulation bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; verdichting; verdichtsel; verzinsel
conte sprookje; sprookjesverhaal geschiedenis; overlevering; relaas; traditie; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel
conte de fée sprookje; sprookjesverhaal
conte de fées bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; verdichting; verdichtsel; verzinsel
fable bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; sprookjesverhaal; verdichting; verdichtsel; verzinsel geschiedenis; relaas; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel
fabulation bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; verdichting; verdichtsel; verzinsel
fiction bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; sprookjesverhaal; verdichting; verdichtsel; verzinsel fantasie; geschiedenis; relaas; verbeelding; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel
illusion bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; verdichting; verdichtsel; verzinsel anamorfose; chimère; drogbeeld; droombeeld; fantasie; fata morgana; gezichtsbedrog; hallucinatie; hersenschim; illusie; luchtspiegeling; schijn; schijnbeeld; verbeelding; voorspiegeling; waan; waanbeeld; waandenkbeeld; waanidee; waanvoorstelling; zinsbedrog; zinsbegoocheling
invention bedenksel; fabel; fictie; leugen; sprookje; verdichting; verdichtsel; verzinsel illusie; ontdekking; uitdenking; uitvinding; vinding; vondst; waan; waanbeeld; waandenkbeeld; waanidee; waanvoorstelling
merveille sprookje; sprookjesverhaal mirakel; wonder
narration sprookje; sprookjesverhaal
récit sprookje; sprookjesverhaal
rêve sprookje; sprookjesverhaal anamorfose; chimère; drogbeeld; droom; droombeeld; hersenschim; illusie; waan

Related Words for "sprookje":

  • sprookjes

Wiktionary Translations for sprookje:

sprookje
noun
  1. een meestal moraliserend verhaal voor kinderen waarin fantasiewezens en magie een belangrijke rol spelen
sprookje
noun
  1. Récit d’aventures imaginaires.

Cross Translation:
FromToVia
sprookje conte de fées; conte de fée fairy tale — a folktale
sprookje conte; conte de fées Märchen — auf mündlicher Überlieferung beruhende, kurze Erzählung, oft mit fantastischen und wunderbaren Begebenheiten