Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. stapeltje:
  2. stapel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stapeltje from Dutch to French

stapeltje:

stapeltje [het ~] nomen

  1. het stapeltje (hoopje)
    le petit tas

Translation Matrix for stapeltje:

NounRelated TranslationsOther Translations
petit tas hoopje; stapeltje

Related Words for "stapeltje":


stapeltje form of stapel:

stapel [de ~ (m)] nomen

  1. de stapel (opeenhoping; accumulatie; ophoping; hoop; opeenstapeling)
    l'accumulation; la pile; le tas; l'entassement; le cumul; le ramas; la masse; la quantité; le rassemblement; l'assemblage
  2. de stapel (hoop; opeenstapeling; opstapeling)
    la pile; l'entassement; la montagne; le tas; le monceau; l'amoncellement
  3. de stapel
    le jeu
    • jeu [le ~] nomen
  4. de stapel
    la pile

Translation Matrix for stapel:

NounRelated TranslationsOther Translations
accumulation accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel accumulatie; bende; cumuleren; groep; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; ophopen; ophoping; opstapelen; samenscholing; selectie; sortering; stapelen; stel; troep; verzameling
amoncellement hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel stagnatie; stilstand
assemblage accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel aaneenkoppeling; aaneenvoeging; assemblage; assembleren; bijeenlegging; koppeling; las; montage; samenstelling; samenvoeging; verbinding
cumul accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel accumulatie; bende; berg; cumulatie; cumuleren; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; ophoping; opstapelen; opstopping; rollup; samenvoeging; selectie; sortering; stagnatie; stel; stilstand; verstopping; verzameling
entassement accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; stapel accumulatie; bende; berg; cumuleren; hoop; massa; opeenhopen; opeenhoping; ophopen; ophoping; opstapelen; selectie; sortering; stagnatie; stapelen; stapeling; stel; stilstand; stouwage; verzameling
jeu stapel beurt; concours; game; marge; partij; partijtje; pot; potje; rondje; speelruimte; speelwijze; spel; speling; spelletje; strijd; wedstrijd; wedstrijdje
masse accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel bende; berg; boel; breekhamers; drom; drukte; gewicht; groep mensen; grote hoeveelheid; grote menigte; heleboel; hoop; horde; klont; klonter; kluit; kudde; massa; menigte; mensenmassa; meute; mokers; oploopje; overvloed; samenkomst; schaar; schare; toeloop; troep; veel mensen; voorhamers; zwaarte
monceau hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel boel; heleboel; hoop
montagne hoop; opeenstapeling; opstapeling; stapel berg; boel; heleboel; hoop
pile accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; stapel accu; accumulatie; accumulator; batterij; hopen; massa; opeenhoping; ophoping; selectie; sortering; stack; stapels; stel; verzameling
quantité accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel aantal; hoeveelheid; kwantiteit; kwantum; mate; partij; quantum
ramas accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel
rassemblement accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; stapel accumulatie; allegaartje; bende; bijeenplaatsing; groep; hoop; mengelmoes; oploop; samendoen; samenraapsel; samenscholing; troep
tas accumulatie; hoop; opeenhoping; opeenstapeling; ophoping; opstapeling; stapel aardig wat; berg; boel; grote hoeveelheid; heap; heleboel; hoop; hopen; kluit; massa; mikmak; overvloed; schelf; stapels

Related Words for "stapel":


Wiktionary Translations for stapel:

stapel
noun
  1. een gestructureerde hoop spullen
  2. de tijdelijke constructie waarop een in aanbouw of reparatie zijnd schip rust
    • stapeltin
  3. een houten stokje ingeklemd tussen het boven- en onderblad van de klankkast van een snaarinstrument
stapel
Cross Translation:
FromToVia
stapel monceau; tas; pile pile — heap
stapel pile stack — a pile of identical objects