Dutch
Detailed Translations for sulligheid from Dutch to French
sulligheid:
Translation Matrix for sulligheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
faiblesse | krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte | broosheid; flauwte; futloosheid; gebrek; geen kracht hebben; gevoeligheid; impotentie; katzwijm; krachteloosheid; kwetsbaarheid; loomheid; machteloosheid; manco; matheid; onmacht; onvermogen; slapheid; slapte; teerheid; weekte; weerloosheid; zwak punt; zwakheid; zwakte; zwijm |
mollesse | krachteloosheid; laksheid; slapheid; slapte; sulligheid; weekheid; zachtheid; zwakheid; zwakte | krachteloosheid; slapping; slapte; weekheid; weekte; zachtheid; zwakheid |
Related Words for "sulligheid":
sullig:
Translation Matrix for sullig:
Noun | Related Translations | Other Translations |
niais | achterlijke; dommerik; druiloor; dwaas; gek; hansworst; idioot; kalfskop; kuiken; kwast; kwibus; nar; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; onnozole hals; rund; schaap; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sukkel; sul; uil; uilskuikens; zot | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
bonasse | sullig | |
niais | sullig | eenvoudig; gemakkelijk; kalverachtig; licht; makkelijk; niet moeilijk; simpel |