Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. tegenvaller:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tegenvaller from Dutch to French

tegenvaller:

tegenvaller [de ~ (m)] nomen

  1. de tegenvaller (teleurstelling; fiasco; misrekening; )
    la déception; la désillusion; la tuile; le contrecoup

Translation Matrix for tegenvaller:

NounRelated TranslationsOther Translations
contrecoup fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag terugslag; terugstoot
déception fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag
désillusion fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag desillusie; ontgoocheling; teleurstelling
tuile fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag dakpan; daktegel; dakvorst; nok; top

Related Words for "tegenvaller":

  • tegenvallers, tegenvallertje, tegenvallertjes

Wiktionary Translations for tegenvaller:

tegenvaller
noun
  1. tegenslag

Cross Translation:
FromToVia
tegenvaller anicroche; cahot; accroc hiccup — minor setback