Dutch

Detailed Translations for tests from Dutch to French

test:

test [de ~ (m)] nomen

  1. de test (proefwerk; toets; repetitie)
    le test; l'épreuve écrite; l'examen; l'interrogation écrite; la composition
  2. de test (proef)
    le test; l'examen; le contrôle; la vérification; la recherche; l'enquête; l'exploration; l'étude

test

  1. test
    le test

Translation Matrix for test:

NounRelated TranslationsOther Translations
composition proefwerk; repetitie; test; toets assemblage; assembleren; bijeenlegging; bouw; brokje; compositie; constitutie; constructie; eindje; eindscriptie; essay; fragmentje; gestel; intonatie; klein stukje; modulatie; montage; opbouw; opbouwen; opstel; ordening; organisatie; partje; samengesteld geheel; samenstelling; samenstelling taalkunde; samenvoeging; scriptie; snippertje; stembuiging; structuur; stukje; systeem; toonval; toonzetting; verhandeling; verslag; werkstuk; zetsels; zetten; zetwerk
contrôle proef; test bedwang; beheer; beheersing; bescherming; besturingselement; bewaking; controle; controleren; hoede; inspectie; keuring; keurkamer; mate van bekwaamheid; quarantaine; surveillance; toezicht; validatie; zeggenschap; zelfbeheersing; zorg
enquête proef; test check up; enquête; inspectie; nasporing; navorsing; navraag; ondervraging; onderzoek; opsporing; speurwerk; traceerwerk
examen proef; proefwerk; repetitie; test; toets check up; inspectie; navorsing; onderzoek; schoolexamen
exploration proef; test expeditie; exploratie; inspectie; navorsing; onderzoek; speurtocht; verkenning; verkenningstocht; zoektocht
interrogation écrite proefwerk; repetitie; test; toets
recherche proef; test aandrang; afstropen; afzoeken; ambitie; drang; eerzucht; geheel doorzoeken; inspectie; najagen; nasporing; nastreven; navorsing; onderzoek; opsporing; research; speurtocht; speurwerk; traceerwerk; zoeken; zoektocht
test proef; proefwerk; repetitie; test; toets experiment; inspanning; poging; probeersel; proef; proefdraaien; proefneming
vérification proef; test accountantsverslag; verificatie
épreuve écrite proefwerk; repetitie; test; toets computertoets; tentamen; toets; universitair examen
étude proef; test artsenpraktijk; bestudering; cursus; ervaring; kursus; leergang; praktijk; routine; studie
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
contrôle besturing

Related Words for "test":


Wiktionary Translations for test:

test
noun
  1. probeersel
  2. praktische controle op een eigenschap
  3. toets
test
noun
  1. test
  2. Test d’essai
  3. Examen
  4. Test technique

Cross Translation:
FromToVia
test épreuve test — challenge, trial
test test; examen test — academics: examination
test test test — product examination