Dutch

Detailed Translations for titel from Dutch to French

titel:

titel [de ~ (m)] nomen

  1. de titel (waardigheidstitel)
    le titre de mérite; le titre; le titre de dignité; la dignité
  2. de titel (aanhef; hoofd)
    l'en-tête; le titre; l'introduction; le début; l'exorde; le commencement
  3. de titel (opschrift)
    le titre; l'en-tête
  4. de titel (boektitel)
    le titre de livre
  5. de titel (rechtstitel; aanspraak; rechtsgrond; recht)
    le fondement juridique; le droit
  6. de titel
    le titre

Translation Matrix for titel:

NounRelated TranslationsOther Translations
commencement aanhef; hoofd; titel aanheffen; aanloopstadium; aanlooptijd; aanvang; aanvangen; aanvangstijd; bakermat; begin; beginnen; begintijd; inzet; inzetten; oorsprong; opening; start; starttijd; vertrektijd
dignité titel; waardigheidstitel deftigheid; eerbiedwaardigheid; eigenwaarde; gedragenheid; plechtigheid; plechtstatigheid; statigheid; voornaamheid; vormelijkheid; waardigheid; zelfrespect
droit aanspraak; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel gegrondheid; gelijk; gerechtigdheid; gerechtigheid; recht; rechtswetenschap
début aanhef; hoofd; titel aanheffen; aanvang; aanvangen; aanvangstijd; begin; beginne; beginnen; begintijd; debuut; eerste optreden; inzet; inzetten; opening; start; starttijd; vertrektijd
en-tête aanhef; hoofd; opschrift; titel bijschrift; briefhoofd; kop; kopzin; legenda; onderschrift
exorde aanhef; hoofd; titel
fondement juridique aanspraak; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel
introduction aanhef; hoofd; titel inleiding; introductie; invoering; proloog; voorbericht; voorwoord
titre aanhef; hoofd; opschrift; titel; waardigheidstitel aanduiding; aanstellerij; basisbestanddeel; benaming; benoeming; bestanddeel; component; deel; element; fractie; goudgehalte; graad; hiërarchie; ingrediënt; kop; kopzin; krantenkop; naam; niveau; onderdeel; peil; rang; rangorde; stuk; term; toneel; vennootsaandeel; volgorde; wetenschappelijke graad
titre de dignité titel; waardigheidstitel
titre de livre boektitel; titel
titre de mérite titel; waardigheidstitel
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
en-tête berichtkop; header; koptekst; paginakoptekst
ModifierRelated TranslationsOther Translations
droit braaf; chagrijnig; eerlijk; fideel; kaarsrecht; knorrig; korzelig; lijnrecht; loodrecht; nors; nurks; open; openhartig; openlijk; oprecht; recht; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig

Related Words for "titel":

  • titelen, titels, titeltje, titeltjes

Related Definitions for "titel":

  1. aanduiding dat je kampioen bent1
    • deze club haalt de wereldtitel1
  2. aanduiding die je voor of achter je naam mag zetten1
    • 'jonkheer' en 'ingenieur' zijn titels1
  3. naam van een verhaal, boek, film, etc1
    • wat is de titel van dit gedicht?1

Wiktionary Translations for titel:

titel
noun
  1. opschrift van een document
  2. aanduiding van een persoon
titel
noun
  1. désignation
  2. d’un livre, etc.

Cross Translation:
FromToVia
titel légende caption — descriptive title or heading of (part of) a document
titel titre title — prefix or suffix added to a name
titel titre title — certificate of ownership
titel titre title — name of a book, etc

Related Translations for titel