Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. uitgebroken:
  2. uitbreken:


Dutch

Detailed Translations for uitgebroken from Dutch to French

uitgebroken:

uitgebroken adj

  1. uitgebroken (ontsnapt)

Translation Matrix for uitgebroken:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
échappé ontsnapt; uitgebroken
évadé ontsnapt; uitgebroken

uitgebroken form of uitbreken:

uitbreken [znw.] nomen

  1. uitbreken (ontsnapping; uitbraak; ontvluchting)
    l'évasion; la fuite

Translation Matrix for uitbreken:

NounRelated TranslationsOther Translations
fuite ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken lek; lekkage; lekken
évasion ontsnapping; ontvluchting; uitbraak; uitbreken ontduiking