Dutch

Detailed Translations for uitslover from Dutch to French

uitslover:

uitslover [de ~ (m)] nomen

  1. de uitslover
    le flagorneur; le prétentieux; le fayot; le paillasson; le parasite; le lèche-bottes; le bûcheur; le reptile; le lécheur; le pique-assiette; l'écornifleur; la lécheuse; la flagorneuse

Translation Matrix for uitslover:

NounRelated TranslationsOther Translations
bûcheur uitslover
fayot uitslover
flagorneur uitslover hielenlikker; kruiper; lage vleier; likker; mooiprater; slijmerd; strooplikker; vleier
flagorneuse uitslover
lèche-bottes uitslover hielenlikker; kruiper; kruipers; lage vleier; likker; slijmerd; strooplikker
lécheur uitslover gourmet; hielenlikker; kruiper; lage vleier; lekkerbek; likkebaard; likkepot; likker; slijmerd; smulpaap; snoeper; strooplikker
lécheuse uitslover gourmet; lekkerbek; likkebaard; likkepot; smulpaap; snoeper
paillasson uitslover beddekleedje; deurkleedje; deurmat; gras; grasmat; kokosmat; mat; pispaal; stromat; vloermat; voetveeg
parasite uitslover klaploper; luxepaard; parasiet; persoon die op kosten van een ander leeft; profiteur; uitvreter
pique-assiette uitslover klaploper; parasiet; profiteur; uitvreter
prétentieux uitslover betweter; wijsneus
reptile uitslover reptiel
écornifleur uitslover bietser; louche handelaar; luxepaard; persoon die op kosten van een ander leeft; sjacheraar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bûcheur bedreven; noest; onvermoeibaar
flagorneur flemerig; flikflooierig; slijmerig; stroperig
prétentieux aanmatigend; arrogant; belerend; frikkerig; hautain; hooghartig; hoogmoedig; hovaardig; ijdel; ingebeeld; neerbuigend; onbeschaamd; onbeschoft; ongegeneerd; pedant; pretentieus; respectloos; schoolmeesterachtig; uit de hoogte; verwaand; zelfgenoegzaam; zelfingenomen

Related Words for "uitslover":

  • uitslovers

External Machine Translations: