Dutch

Detailed Translations for verbloemd from Dutch to French

verbloemd:


Translation Matrix for verbloemd:

NounRelated TranslationsOther Translations
clandestin onderduiker
secret discretie; geheim; geheimhouding; geheimzinnigheid; heimelijkheid; kiesheid; mysterie; stiekemheid; verborgenheid; verholenheid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
caché verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen bedekt; cryptisch; geluidloos; geruisloos; heimelijk; in 't geniep; in het geniep; onderhuids; ongemerkt; ongezien; onopgemerkt; sluimerend; steels; stiekem; stil; stilletjes; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verdekt; verholen; verscholen; verstolen; zachtjes
estompé verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen gedempt; halfluid; lichter gekleurd; mistig; nevelachtig; nevelig; niet beschikbaar; onhelder; uitgeschakeld; uitgesleten; vaag; vaag zichtbaar; vervaagd; wazig; weggezakt in het geheugen
masqué bedekt; verbloemd; verholen; verkapt; versluierd Privé; gemaskerd; in vermomming; incognito; verborgen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
clandestin verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen achterbaks; bedekt; clandestien; doortrapt; geheim; geluidloos; geniepig; geruisloos; gluiperig; heimelijk; illegaal; in 't geniep; in het geheim; in het geniep; listig; onder de grond; onderaards; ondergronds; ongemerkt; ongeoorloofd; ongezien; onopgemerkt; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; op steelse wijze; slinks; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; stil; stilletjes; tersluiks; verboden; verboden bij de wet; verholen; verstolen; wederrechtelijk; zachtjes
clandestinement verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen achterbaks; bedekt; clandestien; doortrapt; geniepig; gluiperig; heimelijk; illegaal; in het geheim; in het geniep; listig; onder de grond; onderaards; ondergronds; onderhands; ongeoorloofd; onrechtmatig; onwetmatig; onwettelijk; onwettig; op steelse wijze; slinks; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; stilletjes; tersluiks; verboden; verholen; verstolen; wederrechtelijk
déguisé verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen gemaskerd; in vermomming; incognito; verkapt; verkleed; vermomd
en cachette verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen achterbaks; clandestien; doortrapt; geniepig; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; listig; onder de grond; onderaards; ondergronds; onderhands; ongeoorloofd; op steelse wijze; slinks; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; stilletjes; tersluiks
fleuri verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen gebloemd; hooggekleurd
secret verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verscholen achterbaks; bedekt; cryptisch; doortrapt; geheim; geheimzinnig; geluidloos; geniepig; geruisloos; gesloten; gluiperig; heimelijk; in 't geniep; in het geheim; in het geniep; listig; mysterieus; onder de grond; onderaards; ondergronds; onderhuids; ongemerkt; ongezien; op steelse wijze; raadselachtig; slinks; sluimerend; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; stil; stilletjes; taciturn; tersluiks; verborgen; verborgen aanwezig zijn; verholen; verstolen; weinig spraakzaam; zachtjes; zwijgend; zwijgzaam
voilé bedekt; verbloemd; verborgen; verdoezeld; verholen; verhuld; verkapt; verscholen; versluierd flauw; gesluierd; mat; mistig; nevelachtig; niet uitbundig; onduidelijk; onhelder; schemerig; schimmig; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; wazig

verbloemen:

verbloemen verb (verbloem, verbloemt, verbloemde, verbloemden, verbloemd)

  1. verbloemen
    fleurir; pallier; dissimuler; déguiser; voiler; farder; colorer
    • fleurir verb (fleuris, fleurit, fleurissons, fleurissez, )
    • pallier verb (pallie, pallies, pallions, palliez, )
    • dissimuler verb (dissimule, dissimules, dissimulons, dissimulez, )
    • déguiser verb (déguise, déguises, déguisons, déguisez, )
    • voiler verb (voile, voiles, voilons, voilez, )
    • farder verb (farde, fardes, fardons, fardez, )
    • colorer verb (colore, colores, colorons, colorez, )

Conjugations for verbloemen:

o.t.t.
  1. verbloem
  2. verbloemt
  3. verbloemt
  4. verbloemen
  5. verbloemen
  6. verbloemen
o.v.t.
  1. verbloemde
  2. verbloemde
  3. verbloemde
  4. verbloemden
  5. verbloemden
  6. verbloemden
v.t.t.
  1. heb verbloemd
  2. hebt verbloemd
  3. heeft verbloemd
  4. hebben verbloemd
  5. hebben verbloemd
  6. hebben verbloemd
v.v.t.
  1. had verbloemd
  2. had verbloemd
  3. had verbloemd
  4. hadden verbloemd
  5. hadden verbloemd
  6. hadden verbloemd
o.t.t.t.
  1. zal verbloemen
  2. zult verbloemen
  3. zal verbloemen
  4. zullen verbloemen
  5. zullen verbloemen
  6. zullen verbloemen
o.v.t.t.
  1. zou verbloemen
  2. zou verbloemen
  3. zou verbloemen
  4. zouden verbloemen
  5. zouden verbloemen
  6. zouden verbloemen
diversen
  1. verbloem!
  2. verbloemt!
  3. verbloemd
  4. verbloemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verbloemen:

NounRelated TranslationsOther Translations
colorer beschilderen
VerbRelated TranslationsOther Translations
colorer verbloemen
dissimuler verbloemen achterhouden; bedekken; bemantelen; beveiligen; hullen; inhullen; maskeren; omhullen; ontveinzen; van alarm voorzien; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhelen; verhullen; versluieren; verstoppen; verzwijgen; wegstoppen
déguiser verbloemen achterhouden; andere kleren aantrekken; bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; omkleden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verkleden; vermommen; versluieren; verstoppen; wegstoppen; woorden verdraaien
farder verbloemen achterhouden; bemantelen; make-up aanbrengen; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; optutten; tooien; verbergen; verduisteren; verfraaien; verheimelijken; verhullen; verluchten; versluieren; verstoppen; wegstoppen; zich mooi maken
fleurir verbloemen
pallier verbloemen bagatelliseren; vergoelijken
voiler verbloemen achterhouden; bedekken; bemantelen; camoufleren; hullen; in omgeving op laten gaan; inhullen; maskeren; omhullen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
OtherRelated TranslationsOther Translations
fleurir bloeien