Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. verfraaid:
  2. verfraaien:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verfraaid from Dutch to French

verfraaid:

verfraaid adj

  1. verfraaid

Translation Matrix for verfraaid:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
embelli verfraaid gedecoreerd; versierd

verfraaid form of verfraaien:

verfraaien verb (verfraai, verfraait, verfraaide, verfraaiden, verfraaid)

  1. verfraaien (opsieren; opsmukken; zich mooi maken; )
    embellir; rafraîchir; garnir; décorer; orner; maquiller; parer; farder
    • embellir verb (embellis, embellit, embellissons, embellissez, )
    • rafraîchir verb (rafraîchis, rafraîchit, rafraîchissons, rafraîchissez, )
    • garnir verb (garnis, garnit, garnissons, garnissez, )
    • décorer verb (décore, décores, décorons, décorez, )
    • orner verb (orne, ornes, ornons, ornez, )
    • maquiller verb (maquille, maquilles, maquillons, maquillez, )
    • parer verb (pare, pares, parons, parez, )
    • farder verb (farde, fardes, fardons, fardez, )

Conjugations for verfraaien:

o.t.t.
  1. verfraai
  2. verfraait
  3. verfraait
  4. verfraaien
  5. verfraaien
  6. verfraaien
o.v.t.
  1. verfraaide
  2. verfraaide
  3. verfraaide
  4. verfraaiden
  5. verfraaiden
  6. verfraaiden
v.t.t.
  1. heb verfraaid
  2. hebt verfraaid
  3. heeft verfraaid
  4. hebben verfraaid
  5. hebben verfraaid
  6. hebben verfraaid
v.v.t.
  1. had verfraaid
  2. had verfraaid
  3. had verfraaid
  4. hadden verfraaid
  5. hadden verfraaid
  6. hadden verfraaid
o.t.t.t.
  1. zal verfraaien
  2. zult verfraaien
  3. zal verfraaien
  4. zullen verfraaien
  5. zullen verfraaien
  6. zullen verfraaien
o.v.t.t.
  1. zou verfraaien
  2. zou verfraaien
  3. zou verfraaien
  4. zouden verfraaien
  5. zouden verfraaien
  6. zouden verfraaien
diversen
  1. verfraai!
  2. verfraait!
  3. verfraaid
  4. verfraaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verfraaien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
décorer opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken aankleden; bekleden; decoreren; een onderscheidingsteken geven; make-up aanbrengen; onderscheiden; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; overtrekken; ridderen; stofferen; van bekleding voorzien; versieren; versieringen aanbrengen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
embellir opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken aankleden; decoreren; make-up aanbrengen; opluisteren; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; versieren; versieringen aanbrengen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
farder opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken achterhouden; bemantelen; make-up aanbrengen; opmaken; opsmukken; optutten; verbergen; verbloemen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
garnir opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken afwerken; bekleden; garneren; make-up aanbrengen; opmaken; opsmukken; optutten; overtrekken; schotels garneren; stofferen; van bekleding voorzien; versieren
maquiller opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken make-up aanbrengen; make-up opdoen; opmaken; opsmukken; optutten; schminken
orner opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken aankleden; decoreren; make-up aanbrengen; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; versieren; versieringen aanbrengen; zich uitdossen; zich uitmonsteren
parer opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken afweren; kleden; make-up aanbrengen; opmaken; opsmukken; optooien; optutten; pareren; uitmonsteren; verdedigen; verweren; weren; zich kleden; zich tooien; zich uitdossen; zich uitmonsteren
rafraîchir opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; tooien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken afkoelen; blij maken; dorst lessen; fleurig maken; hernieuwen; in goede staat brengen; koel worden; koelen; koud worden; laven; nieuw leven inblazen; opfleuren; opfrissen; opknappen; opluchten; opmonteren; renoveren; verfrissen; verkillen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verversen; vrolijker worden

Wiktionary Translations for verfraaien:

verfraaien
verb
  1. mooier maken
verfraaien
verb
  1. ajouter des détails à un récit
  2. transitif|fr rendre plus beau.

Cross Translation:
FromToVia
verfraaien embellir embellish — To make more beautiful and attractive; to decorate

External Machine Translations: