Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vergiet:
  2. vergieten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vergiet from Dutch to French

vergiet:

vergiet [de ~] nomen

  1. de vergiet (zeef; klens; zever)
    la passoire; l'égouttoir; l'arrosoir

Translation Matrix for vergiet:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrosoir klens; vergiet; zeef; zever gieter
passoire klens; vergiet; zeef; zever
égouttoir klens; vergiet; zeef; zever druipring; druppelvanger; lekbakje

Wiktionary Translations for vergiet:


Cross Translation:
FromToVia
vergiet passoire colander — a bowl-shaped kitchen utensil with holes in it used for draining food such as pasta

vergieten:

vergieten verb (vergiet, vergoot, vergoten, vergoten)

  1. vergieten
    répandre; verser; épandre; épancher; faire couler
    • répandre verb (répands, répand, répandons, répandez, )
    • verser verb (verse, verses, versons, versez, )
    • épandre verb (épands, épand, épandons, épandez, )
    • épancher verb

Conjugations for vergieten:

o.t.t.
  1. vergiet
  2. vergiet
  3. vergiet
  4. vergieten
  5. vergieten
  6. vergieten
o.v.t.
  1. vergoot
  2. vergoot
  3. vergoot
  4. vergoten
  5. vergoten
  6. vergoten
v.t.t.
  1. heb vergoten
  2. hebt vergoten
  3. heeft vergoten
  4. hebben vergoten
  5. hebben vergoten
  6. hebben vergoten
v.v.t.
  1. had vergoten
  2. had vergoten
  3. had vergoten
  4. hadden vergoten
  5. hadden vergoten
  6. hadden vergoten
o.t.t.t.
  1. zal vergieten
  2. zult vergieten
  3. zal vergieten
  4. zullen vergieten
  5. zullen vergieten
  6. zullen vergieten
o.v.t.t.
  1. zou vergieten
  2. zou vergieten
  3. zou vergieten
  4. zouden vergieten
  5. zouden vergieten
  6. zouden vergieten
diversen
  1. vergiet!
  2. vergiet!
  3. vergoten
  4. vergietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vergieten [het ~] nomen

  1. het vergieten (geschrei; tranen vergieten)
    le cris; le pleurs; le vagissement

Translation Matrix for vergieten:

NounRelated TranslationsOther Translations
cris geschrei; tranen vergieten; vergieten gegil; gekrijs; geroep; geschetter; geschreeuw; getrompetter; gillen; joelen; kreten; leuzen; parolen; roep; roepen; schreeuwen; slagzinnen; slogans
pleurs geschrei; tranen vergieten; vergieten gehuil; gejammer; gejank; geklaag; gelamenteer; geweeklaag; geween; tranen; waterlanders
vagissement geschrei; tranen vergieten; vergieten
VerbRelated TranslationsOther Translations
faire couler vergieten doen zinken
répandre vergieten afleggen; alom bekend maken; bezwijken; doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; een boodschap uitdragen; het onderspit delven; klaar leggen; rondbrieven; ronddelen; rondgeven; rondreiken; rondstrooien; rondvertellen; spreiden; tenondergaan; uitdelen; uitdragen; uitreiken; uitspreiden; uitstrooien; uitwaaieren; uitzaaien; uitzenden; uitzwermen; verbreiden; verbreider; verdelen; verdeler; verhaal vertellen; verhalen; verklappen; verkondigen; verraden; verspreiden; verstrooien; vertellen; waaieren; zich verspreiden
verser vergieten bijstorten; binnen gieten; cadeau doen; cadeau geven; deponeren; distribueren; doneren; geld overmaken; geven; gieten; gieten op; iemand iets toedienen; ingeven; ledigen; leegdrinken; leeggieten; leegmaken; op rekening storten; opdrinken; opgieten; overboeken; overgieten; overschenken; overschrijven; overstorten; overzenden; ronddelen; schenken; storten; uitdrinken; uitgieten; uitkeren; uitreiken; uitschenken; uitstorten; verdelen; verstrekken
épancher vergieten
épandre vergieten bezaaien; inzaaien; rondstrooien; uitwaaieren; uitzaaien; uitzenden; uitzwermen; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien; waaieren; zaaien; zich verspreiden

Wiktionary Translations for vergieten:

vergieten
noun
  1. action de répandre un liquide, de se répandre, parler d’un liquide, ou résultat de cette action.
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
vergieten verser shed — to pour; to make flow