Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vermindering:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vermindering from Dutch to French

vermindering:

vermindering [de ~ (v)] nomen

  1. de vermindering (aftrek; deductie; aftrekking)
    la déduction; la remise; la réduction; le décompte; le rabais
  2. de vermindering (minder worden; afname)
    la diminution
  3. de vermindering (terugloop; afname; teruggang; daling)
    la diminution; la baisse; le recul
  4. de vermindering (afzwakking)
    la diminuation; le relâchement
  5. de vermindering (afname voorraad)

Translation Matrix for vermindering:

NounRelated TranslationsOther Translations
baisse afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering achteruitgang; afname; daling; koersdaling; koersverlaging; minder worden; slapte; terugloop; val; verval; weekte
diminuation afzwakking; vermindering
diminution afname; afname voorraad; daling; minder worden; teruggang; terugloop; vermindering achteruitgang; afname; afnames; afwaarderingscorrectie; beknotting; daling; deflatie; inkrimping; inperking; kleiner maken; korten; korting; krimpen; minder worden; minderen; ontering; prijsdaling; prijsverlaging; prijsvermindering; reduceren; reductie; salarisvermindering; terugloop; val; verkleining; verlaging; verval; vervallingen
décompte aftrek; aftrekking; deductie; vermindering afrekening; afrekening in het criminele circuit; aftellen; aftelling; aftelling voor lancering
déduction aftrek; aftrekking; deductie; vermindering afleiden; aftrekking; baisse; deduceren; deflatie; het aftrekken; prijsdaling; prijsverlaging; substractie; van elkaar aftrekken
rabais aftrek; aftrekking; deductie; vermindering afslag; korting; prijsverlaging; rabat; reductie
recul afname; daling; teruggang; terugloop; vermindering
relâchement afzwakking; vermindering bevrijden; loslaten; onderbreking; ontspanning; pauze; recreatie; rustpauze; slapte; tussenpoos; verflauwing; verpozing; verslapping; verstrooiing; vrijetijdsbesteding; weekte
remise aftrek; aftrekking; deductie; vermindering aanbieding; afgifte; aflevering; afstaan; barak; berghok; berging; bergplaats; bergruimte; bezorging; bouwkeet; depot; geleverde; hangaar; hok; hokje; hut; hutje; indiening; inlevering; keet; koetshuis; korting; leverantie; levering; loods; opslagplaats; opslagruimte; overdracht; overhandiging; overlegging; pakhuis; presentatie; prijsverlaging; provisiekast; reductie; schuur; uitdeling; uitgaaf; uitgifte; uitlevering; uitreiking; verstrekking; voorraadschuur; warenhuis; zending
réduction aftrek; aftrekking; deductie; vermindering achteruitgang; baisse; beknotting; bekorting; besnoeiing; besparing; bezuiniging; deflatie; herleidbaarheid; herleiding; inkorting; inkrimping; inname; inperking; kleiner maken; korting; kostenbesparing; ontering; prijsdaling; prijsverlaging; reduceren; reductie; salarisvermindering; simplificatie; vereenvoudiging; verkleining; verkorting; verkrappen; verlaging; verval
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
diminution d'inventaire afname voorraad; vermindering
remise korting

Wiktionary Translations for vermindering:

vermindering
Cross Translation:
FromToVia
vermindering réduction abatement — the act of abating or the state of being abated