Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. voorspeler:


Dutch

Detailed Translations for voorspeler from Dutch to French

voorspeler:

voorspeler [de ~ (m)] nomen

  1. de voorspeler (voorhoedespeler; spitsspeler; aanvaller)
    l'attaquant; l'avant de pointe; l'avant

Translation Matrix for voorspeler:

NounRelated TranslationsOther Translations
attaquant aanvaller; spitsspeler; voorhoedespeler; voorspeler aanrander; aanvaller; overvaller
avant aanvaller; spitsspeler; voorhoedespeler; voorspeler voorschip
avant de pointe aanvaller; spitsspeler; voorhoedespeler; voorspeler
ModifierRelated TranslationsOther Translations
avant binnen; binnen een tijdsspanne; eerder; tevoren; van tevoren; vantevoren; vooraf; voordien; voorheen; vroeger

Related Words for "voorspeler":

  • voorspelers