Dutch
Detailed Translations for voorstaan from Dutch to French
voorstaan:
-
voorstaan (van mening zijn)
soutenir; plaider; défendre-
soutenir verb (soutiens, soutient, soutenons, soutenez, soutiennent, soutenais, soutenait, soutenions, souteniez, soutenaient, soutins, soutint, soutînmes, soutîntes, soutinrent, soutiendrai, soutiendras, soutiendra, soutiendrons, soutiendrez, soutiendront)
-
plaider verb (plaide, plaides, plaidons, plaidez, plaident, plaidais, plaidait, plaidions, plaidiez, plaidaient, plaidai, plaidas, plaida, plaidâmes, plaidâtes, plaidèrent, plaiderai, plaideras, plaidera, plaiderons, plaiderez, plaideront)
-
défendre verb (défends, défend, défendons, défendez, défendent, défendais, défendait, défendions, défendiez, défendaient, défendis, défendit, défendîmes, défendîtes, défendirent, défendrai, défendras, défendra, défendrons, défendrez, défendront)
-
Conjugations for voorstaan:
o.t.t.
- sta voor
- staat voor
- staat voor
- staan voor
- staan voor
- staan voor
o.v.t.
- stond voor
- stond voor
- stond voor
- stonden voor
- stonden voor
- stonden voor
v.t.t.
- heb voorgestaan
- hebt voorgestaan
- heeft voorgestaan
- hebben voorgestaan
- hebben voorgestaan
- hebben voorgestaan
v.v.t.
- had voorgestaan
- had voorgestaan
- had voorgestaan
- hadden voorgestaan
- hadden voorgestaan
- hadden voorgestaan
o.t.t.t.
- zal voorstaan
- zult voorstaan
- zal voorstaan
- zullen voorstaan
- zullen voorstaan
- zullen voorstaan
o.v.t.t.
- zou voorstaan
- zou voorstaan
- zou voorstaan
- zouden voorstaan
- zouden voorstaan
- zouden voorstaan
diversen
- sta voor!
- staat voor!
- voorgestaan
- voorstaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for voorstaan:
Noun | Related Translations | Other Translations |
soutenir | aanhangen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
défendre | van mening zijn; voorstaan | afweren; behoeden; behouden; beschermen; beschutten; in bescherming nemen; opkomen voor; pareren; verdedigen; verweren; weren |
plaider | van mening zijn; voorstaan | bepleiten; pleiten |
soutenir | van mening zijn; voorstaan | bemoedigen; beweren; bijvallen; coöpereren; doorleven; doorstaan; dragen; hooghouden; in de hoogte houden; instemmen; meewerken; omhooghouden; ondersteunen; opbeuren; ophouden; pretenderen; rugsteunen; schoren; schragen; stellen; steunen; stutten; troosten; verdragen; verduren; verklaren; verteren; vertroosten; voorgeven |