Summary


Dutch

Detailed Translations for zacht ruisen from Dutch to French

zacht ruisen:

zacht ruisen verb

  1. zacht ruisen (ruisen)
    bruire; siffler; faire un bruit léger; murmurer
    • bruire verb
    • siffler verb (siffle, siffles, sifflons, sifflez, )
    • murmurer verb (murmure, murmures, murmurons, murmurez, )

zacht ruisen [znw.] nomen

  1. zacht ruisen

Translation Matrix for zacht ruisen:

NounRelated TranslationsOther Translations
murmurer doucement zacht ruisen
VerbRelated TranslationsOther Translations
bruire ruisen; zacht ruisen knisperen; mousseren; opbruisen; ritselen; sprankelen; tintelen
faire un bruit léger ruisen; zacht ruisen
murmurer ruisen; zacht ruisen fluisteren; kabbelen; lispelen; mompelen; prevelen; ruisen; sissen; smiespelen; smoezen; suizelen; suizen
siffler ruisen; zacht ruisen blazen; fluiten; pijpen; zoeven

Related Translations for zacht ruisen