Dutch

Detailed Translations for zeemde from Dutch to French

zemen:

zemen verb (zeem, zeemt, zeemde, zeemden, gezeemd)

  1. zemen

Conjugations for zemen:

o.t.t.
  1. zeem
  2. zeemt
  3. zeemt
  4. zemen
  5. zemen
  6. zemen
o.v.t.
  1. zeemde
  2. zeemde
  3. zeemde
  4. zeemden
  5. zeemden
  6. zeemden
v.t.t.
  1. heb gezeemd
  2. hebt gezeemd
  3. heeft gezeemd
  4. hebben gezeemd
  5. hebben gezeemd
  6. hebben gezeemd
v.v.t.
  1. had gezeemd
  2. had gezeemd
  3. had gezeemd
  4. hadden gezeemd
  5. hadden gezeemd
  6. hadden gezeemd
o.t.t.t.
  1. zal zemen
  2. zult zemen
  3. zal zemen
  4. zullen zemen
  5. zullen zemen
  6. zullen zemen
o.v.t.t.
  1. zou zemen
  2. zou zemen
  3. zou zemen
  4. zouden zemen
  5. zouden zemen
  6. zouden zemen
diversen
  1. zeem!
  2. zeemt!
  3. gezeemd
  4. zemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zemen adj

  1. zemen (zeemleren)

Translation Matrix for zemen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
nettoyer avec une peau de chamois zemen
peaufiner zemen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
en chamois zeemleren; zemen

Related Words for "zemen":


Wiktionary Translations for zemen:

zemen
verb
  1. het droogwrijven van een pas gewassen glazen oppervlak met een stuk zeemleer