Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. zwemmen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zwemt from Dutch to French

zwemmen:

zwemmen verb (zwem, zwemt, zwom, zwommen, gezwommen)

  1. zwemmen
    faire de la natation; nager; se baigner
    • nager verb (nage, nages, nageons, nagez, )
    • se baigner verb

Conjugations for zwemmen:

o.t.t.
  1. zwem
  2. zwemt
  3. zwemt
  4. zwemmen
  5. zwemmen
  6. zwemmen
o.v.t.
  1. zwom
  2. zwom
  3. zwom
  4. zwommen
  5. zwommen
  6. zwommen
v.t.t.
  1. heb gezwommen
  2. hebt gezwommen
  3. heeft gezwommen
  4. hebben gezwommen
  5. hebben gezwommen
  6. hebben gezwommen
v.v.t.
  1. had gezwommen
  2. had gezwommen
  3. had gezwommen
  4. hadden gezwommen
  5. hadden gezwommen
  6. hadden gezwommen
o.t.t.t.
  1. zal zwemmen
  2. zult zwemmen
  3. zal zwemmen
  4. zullen zwemmen
  5. zullen zwemmen
  6. zullen zwemmen
o.v.t.t.
  1. zou zwemmen
  2. zou zwemmen
  3. zou zwemmen
  4. zouden zwemmen
  5. zouden zwemmen
  6. zouden zwemmen
diversen
  1. zwem!
  2. zwemt!
  3. gezwommen
  4. zwemmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zwemmen [znw.] nomen

  1. zwemmen (zwemsport)
    la natation

Translation Matrix for zwemmen:

NounRelated TranslationsOther Translations
natation zwemmen; zwemsport
VerbRelated TranslationsOther Translations
faire de la natation zwemmen
nager zwemmen baden
se baigner zwemmen baden; een bad nemen

Related Definitions for "zwemmen":

  1. door bewegingen vooruitkomen in het water1
    • ik zwom tien baantjes1

Wiktionary Translations for zwemmen:

zwemmen
verb
  1. zich gecoördineerd door het water voortbewegen
zwemmen
verb
  1. Se déplacer dans l'eau par le mouvement de... (Sens général)

Cross Translation:
FromToVia
zwemmen nager swim — move through water
zwemmen natation swim — act or instance of swimming
zwemmen natation swimming — human activity of moving oneself through water
zwemmen nager schwimmen — (intransitiv) sich aus eigener Kraft auf oder in einer Flüssigkeit fortbewegen
zwemmen flotter schwimmen — (intransitiv) von einer Flüssigkeit auf der Oberfläche getragen werden