Dutch
Detailed Synonyms for verlengen in Dutch
verlengen:
-
verlengen
-
verlengen
Conjugations for verlengen:
o.t.t.
- verleng
- verlengt
- verlengt
- verlengen
- verlengen
- verlengen
o.v.t.
- verlengde
- verlengde
- verlengde
- verlengden
- verlengden
- verlengden
v.t.t.
- heb verlengd
- hebt verlengd
- heeft verlengd
- hebben verlengd
- hebben verlengd
- hebben verlengd
v.v.t.
- had verlengd
- had verlengd
- had verlengd
- hadden verlengd
- hadden verlengd
- hadden verlengd
o.t.t.t.
- zal verlengen
- zult verlengen
- zal verlengen
- zullen verlengen
- zullen verlengen
- zullen verlengen
o.v.t.t.
- zou verlengen
- zou verlengen
- zou verlengen
- zouden verlengen
- zouden verlengen
- zouden verlengen
diversen
- verleng!
- verlengt!
- verlengd
- verlengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze