Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. aan:


Dutch

Detailed Synonyms for aan in Dutch

aan:

aan adj

  1. aan
    aan

aan

  1. aan
    – aan elkaar vast 1
    aan
    – aan elkaar vast 1
    • aan
      • de kar zit aan de auto1
  2. aan
    – het is in werking 1
    aan
    – het is in werking 1
    • aan
      • de radio staat aan1
  3. aan
    – om aan te geven wie iets krijgt 1
    aan
    – om aan te geven wie iets krijgt 1
    • aan
      • Bas geeft de pen aan oma1
  4. aan
    – op of om je lichaam 1
    aan
    – op of om je lichaam 1
    • aan
      • ik heb een trui aan1

Antonyms for "aan":


Related Definitions for "aan":

  1. aan elkaar vast1
    • de kar zit aan de auto1
  2. het is in werking1
    • de radio staat aan1
  3. om aan te geven wie iets krijgt1
    • Bas geeft de pen aan oma1
  4. op of om je lichaam1
    • ik heb een trui aan1

Related Synonyms for aan