Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. aanraken:


Dutch

Detailed Synonyms for aanraken in Dutch

aanraken:

aanraken [znw.] nomen

  1. aanraken
    aanraken

aanraken verb (raak aan, raakt aan, raakte aan, raakten aan, aangeraakt)

  1. aanraken
    aanraken; voelen
    • aanraken verb (raak aan, raakt aan, raakte aan, raakten aan, aangeraakt)
    • voelen verb (voel, voelt, voelde, voelden, gevoeld)
  2. aanraken
    – even vastpakken, tegen iets of iemand aankomen 1
    aankomen; raken; aanraken
    – even vastpakken, tegen iets of iemand aankomen 1
    • aankomen verb (kom aan, komt aan, kwam aan, kwamen aan, aangekomen)
      • mijn arm doet pijn, je mag daar niet aankomen1
    • raken verb (raak, raakt, raakte, raakten, geraakt)
      • de ballon raakte de grond1
    • aanraken verb (raak aan, raakt aan, raakte aan, raakten aan, aangeraakt)
      • ik kan het niet hebben dat hij me aanraakt1

Conjugations for aanraken:

o.t.t.
  1. raak aan
  2. raakt aan
  3. raakt aan
  4. raken aan
  5. raken aan
  6. raken aan
o.v.t.
  1. raakte aan
  2. raakte aan
  3. raakte aan
  4. raakten aan
  5. raakten aan
  6. raakten aan
v.t.t.
  1. heb aangeraakt
  2. hebt aangeraakt
  3. heeft aangeraakt
  4. hebben aangeraakt
  5. hebben aangeraakt
  6. hebben aangeraakt
v.v.t.
  1. had aangeraakt
  2. had aangeraakt
  3. had aangeraakt
  4. hadden aangeraakt
  5. hadden aangeraakt
  6. hadden aangeraakt
o.t.t.t.
  1. zal aanraken
  2. zult aanraken
  3. zal aanraken
  4. zullen aanraken
  5. zullen aanraken
  6. zullen aanraken
o.v.t.t.
  1. zou aanraken
  2. zou aanraken
  3. zou aanraken
  4. zouden aanraken
  5. zouden aanraken
  6. zouden aanraken
diversen
  1. raak aan!
  2. raakt aan!
  3. aangeraakt
  4. aanrakende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Alternate Synonyms for "aanraken":


Antonyms for "aanraken":


Related Definitions for "aanraken":

  1. even vastpakken, tegen iets of iemand aankomen1
    • ik kan het niet hebben dat hij me aanraakt1

Related Synonyms for aanraken