Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate benauwdheid

Synonyms for "benauwdheid" in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

benauwdheid:
- beklemming; benauwdheid; beklemdheid; gevoel van beklemming
benauwd:
- benauwd; bedompt; drukkend; muf; zorgwekkend; kritiek; benard; hachelijk; penibel; ernstig; zorgelijk; zwoel; broeierig; bang; angstig

Dutch

Detailed Synonyms for benauwdheid in Dutch

benauwdheid:

benauwdheid [de ~ (v)] nomen

de benauwdheid
de beklemming; de benauwdheid
- beklemming [de ~ (v)] nomen
- benauwdheid [de ~ (v)] nomen
de benauwdheid
de beklemdheid; gevoel van beklemming; de benauwdheid
- beklemdheid [de ~ (v)] nomen
- gevoel van beklemming [znw.] nomen
- benauwdheid [de ~ (v)] nomen

Related Words for "benauwdheid":

benauwdheden, benauwd

benauwdheid form of benauwd:

benauwd adj

benauwd
benauwd; bedompt; drukkend; muf
- benauwd adj
- bedompt adj
- drukkend adj
- muf adj
benauwd
zorgwekkend; kritiek; benard; hachelijk; penibel; benauwd; ernstig; zorgelijk
- zorgwekkend adj
- kritiek adj
- benard adj
- hachelijk adj
- penibel adj
- benauwd adj
- ernstig adj
- zorgelijk adj
benauwd
zwoel; benauwd; broeierig
- zwoel adj
- benauwd adj
- broeierig adj
benauwd

– voelen dat er iets ergs met je kan gebeuren ¹
bang; benauwd; angstig
– voelen dat er iets ergs met je kan gebeuren ¹
- bang adj
  - Tina is bang voor muizen¹
- benauwd adj
  - hij was benauwd dat hij zijn baan zou verliezen¹
- angstig adj
  - angstig keek hij de inbreker aan¹
benauwd

– met te weinig adem ¹
benauwd
– met te weinig adem ¹
- benauwd adj
  - ik heb het de laatste tijd erg benauwd¹
benauwd

– met te weinig frisse lucht ¹
benauwd; muf
– met te weinig frisse lucht ¹
- benauwd adj
  - het is benauwd hier in huis, doe een raam open!¹
- muf adj
  - het rook muf in de kamer¹

Related Words for "benauwd":

benauwdheid, benauwder, benauwdere, benauwdst, benauwdste

Alternate Synonyms for "benauwd":

muf
angstig; bang

Antonyms for "benauwd":

fris

Related Definitions for "benauwd":

voelen dat er iets ergs met je kan gebeuren¹
- hij was benauwd dat hij zijn baan zou verliezen¹
met te weinig adem¹
- ik heb het de laatste tijd erg benauwd¹
met te weinig frisse lucht¹
- het is benauwd hier in huis, doe een raam open!¹

¹Muiswerk Woordenboek