Home ->Dictionaries ->Dutch/Dutch ->Translate beroeps

Synonyms for "beroeps" in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

beroeps:
- prof; beroeps
- beroeps
beroep:
- beroep; werk; vak; professie; ambt

Dutch

Detailed Synonyms for beroeps in Dutch

beroeps:

beroeps [znw.] nomen

beroeps
de prof; beroeps
- prof [de ~ (m)] nomen
- beroeps [znw.] nomen

beroeps adj

beroeps
beroeps
- beroeps adj

Related Words for "beroeps":

beroep

beroeps form of beroep:

beroep [het ~] nomen

het beroep
het beroep; het werk; het vak
- beroep [het ~] nomen
- werk [het ~] nomen
- vak [het ~] nomen
het beroep
het beroep; de professie; het ambt
- beroep [het ~] nomen
- professie [de ~ (v)] nomen
- ambt [het ~] nomen
het beroep

– wat je doet om geld te verdienen ¹
het vak; het beroep
– wat je doet om geld te verdienen ¹
- vak [het ~] nomen
  - het is belangrijk dat iedereen een vak leert¹
- beroep [het ~] nomen
  - hij is automonteur van beroep¹

Related Words for "beroep":

beroeps

Alternate Synonyms for "beroep":

vak

Related Definitions for "beroep":

wat je doet om geld te verdienen¹
- hij is automonteur van beroep¹

¹Muiswerk Woordenboek