Dutch
Detailed Synonyms for bevoorraden in Dutch
bevoorraden:
-
bevoorraden
Conjugations for bevoorraden:
o.t.t.
- bevoorraad
- bevoorraadt
- bevoorraadt
- bevoorraad
- bevoorraad
- bevoorraad
o.v.t.
- bevoorraadde
- bevoorraadde
- bevoorraadde
- bevoorraadden
- bevoorraadden
- bevoorraadden
v.t.t.
- heb bevoorraad
- hebt bevoorraad
- heeft bevoorraad
- hebben bevoorraad
- hebben bevoorraad
- hebben bevoorraad
v.v.t.
- had bevoorraad
- had bevoorraad
- had bevoorraad
- hadden bevoorraad
- hadden bevoorraad
- hadden bevoorraad
o.t.t.t.
- zal bevoorraden
- zult bevoorraden
- zal bevoorraden
- zullen bevoorraden
- zullen bevoorraden
- zullen bevoorraden
o.v.t.t.
- zou bevoorraden
- zou bevoorraden
- zou bevoorraden
- zouden bevoorraden
- zouden bevoorraden
- zouden bevoorraden
diversen
- bevoorraad!
- bevoorraadt!
- bevoorraad
- bevoorradend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze