Dutch

Detailed Synonyms for bijgevoegd in Dutch

bijgevoegd:

bijgevoegd adj

  1. bijgevoegd

Related Words for "bijgevoegd":

  • bijgevoegde

bijvoegen:

bijvoegen verb (voeg bij, voegt bij, voegde bij, voegden bij, bijgevoegd)

  1. bijvoegen
    aansluiten; bijvoegen
    • aansluiten verb (sluit aan, sloot aan, sloten aan, aangesloten)
    • bijvoegen verb (voeg bij, voegt bij, voegde bij, voegden bij, bijgevoegd)
  2. bijvoegen
    toevoegen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; bijdoen
    • toevoegen verb (voeg toe, voegt toe, voegde toe, voegden toe, toegevoegd)
    • bijsluiten verb
    • bijvoegen verb (voeg bij, voegt bij, voegde bij, voegden bij, bijgevoegd)
    • erbij voegen verb (voeg erbij, voegt erbij, voegde erbij, voegden erbij, erbij gevoegd)
    • bijdoen verb (doe bij, doet bij, deed bij, deden bij, bijgedaan)
  3. bijvoegen
    toevoegen; bijvoegen; insluiten; bijsluiten
    • toevoegen verb (voeg toe, voegt toe, voegde toe, voegden toe, toegevoegd)
    • bijvoegen verb (voeg bij, voegt bij, voegde bij, voegden bij, bijgevoegd)
    • insluiten verb (sluit in, sloot in, sloten in, ingesloten)
    • bijsluiten verb

Conjugations for bijvoegen:

o.t.t.
  1. voeg bij
  2. voegt bij
  3. voegt bij
  4. voegen bij
  5. voegen bij
  6. voegen bij
o.v.t.
  1. voegde bij
  2. voegde bij
  3. voegde bij
  4. voegden bij
  5. voegden bij
  6. voegden bij
v.t.t.
  1. heb bijgevoegd
  2. hebt bijgevoegd
  3. heeft bijgevoegd
  4. hebben bijgevoegd
  5. hebben bijgevoegd
  6. hebben bijgevoegd
v.v.t.
  1. had bijgevoegd
  2. had bijgevoegd
  3. had bijgevoegd
  4. hadden bijgevoegd
  5. hadden bijgevoegd
  6. hadden bijgevoegd
o.t.t.t.
  1. zal bijvoegen
  2. zult bijvoegen
  3. zal bijvoegen
  4. zullen bijvoegen
  5. zullen bijvoegen
  6. zullen bijvoegen
o.v.t.t.
  1. zou bijvoegen
  2. zou bijvoegen
  3. zou bijvoegen
  4. zouden bijvoegen
  5. zouden bijvoegen
  6. zouden bijvoegen
diversen
  1. voeg bij!
  2. voegt bij!
  3. bijgevoegd
  4. bijvoegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bijvoegen [znw.] nomen

  1. bijvoegen
    bijvoegen; toevoegen