Dutch
Detailed Synonyms for buitensluiten in Dutch
buitensluiten:
-
buitensluiten
Conjugations for buitensluiten:
o.t.t.
- sluit buiten
- sluit buiten
- sluit buiten
- sluiten buiten
- sluiten buiten
- sluiten buiten
o.v.t.
- sloot buiten
- sloot buiten
- sloot buiten
- sloten buiten
- sloten buiten
- sloten buiten
v.t.t.
- heb buitengesloten
- hebt buitengesloten
- heeft buitengesloten
- hebben buitengesloten
- hebben buitengesloten
- hebben buitengesloten
v.v.t.
- had buitengesloten
- had buitengesloten
- had buitengesloten
- hadden buitengesloten
- hadden buitengesloten
- hadden buitengesloten
o.t.t.t.
- zal buitensluiten
- zult buitensluiten
- zal buitensluiten
- zullen buitensluiten
- zullen buitensluiten
- zullen buitensluiten
o.v.t.t.
- zou buitensluiten
- zou buitensluiten
- zou buitensluiten
- zouden buitensluiten
- zouden buitensluiten
- zouden buitensluiten
en verder
- ben buitengesloten
- bent buitengesloten
- is buitengesloten
- zijn buitengesloten
- zijn buitengesloten
- zijn buitengesloten
diversen
- sluit buiten!
- sluit buiten!
- buitengesloten
- buitensluitend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze