Dutch
Detailed Synonyms for deel in Dutch
deel:
-
het deel
het onderdeel; de component; het deel; het bestanddeel; het ingrediënt; het basisbestanddeel; het stuk; de element; de fractie -
het deel
-
het deel
-
het deel
-
het deel
-
het deel
-
het deel
– wat kleiner is dan het totaal 1
Related Words for "deel":
Alternate Synonyms for "deel":
Antonyms for "deel":
Related Definitions for "deel":
deel form of delen:
-
delen
-
delen
-
delen
– iedereen er iets van geven 1 -
delen
– rekenkundige handeling 1 -
delen
– het in stukken splitsen 1
Conjugations for delen:
o.t.t.
- deel
- deelt
- deelt
- delen
- delen
- delen
o.v.t.
- deelde
- deelde
- deelde
- deelden
- deelden
- deelden
v.t.t.
- heb gedeeld
- hebt gedeeld
- heeft gedeeld
- hebben gedeeld
- hebben gedeeld
- hebben gedeeld
v.v.t.
- had gedeeld
- had gedeeld
- had gedeeld
- hadden gedeeld
- hadden gedeeld
- hadden gedeeld
o.t.t.t.
- zal delen
- zult delen
- zal delen
- zullen delen
- zullen delen
- zullen delen
o.v.t.t.
- zou delen
- zou delen
- zou delen
- zouden delen
- zouden delen
- zouden delen
en verder
- is gedeeld
- zijn gedeeld
diversen
- deel!
- deelt!
- gedeeld
- delend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de delen