Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. dringen:


Dutch

Detailed Synonyms for dringen in Dutch

dringen:

dringen verb (dring, dringt, drong, drongen, gedrongen)

  1. dringen
    duwen; dringen
    • duwen verb (duw, duwt, duwde, duwden, geduwd)
    • dringen verb (dring, dringt, drong, drongen, gedrongen)
  2. dringen
    – mensen opzij duwen om zelf vooraan te komen 1
    dringen
    – mensen opzij duwen om zelf vooraan te komen 1
    • dringen verb (dring, dringt, drong, drongen, gedrongen)
      • de mensen stonden voor het paleis te dringen1

Conjugations for dringen:

o.t.t.
  1. dring
  2. dringt
  3. dringt
  4. dringen
  5. dringen
  6. dringen
o.v.t.
  1. drong
  2. drong
  3. drong
  4. drongen
  5. drongen
  6. drongen
v.t.t.
  1. heb gedrongen
  2. hebt gedrongen
  3. heeft gedrongen
  4. hebben gedrongen
  5. hebben gedrongen
  6. hebben gedrongen
v.v.t.
  1. had gedrongen
  2. had gedrongen
  3. had gedrongen
  4. hadden gedrongen
  5. hadden gedrongen
  6. hadden gedrongen
o.t.t.t.
  1. zal dringen
  2. zult dringen
  3. zal dringen
  4. zullen dringen
  5. zullen dringen
  6. zullen dringen
o.v.t.t.
  1. zou dringen
  2. zou dringen
  3. zou dringen
  4. zouden dringen
  5. zouden dringen
  6. zouden dringen
en verder
  1. ben gedrongen
  2. bent gedrongen
  3. is gedrongen
  4. zijn gedrongen
  5. zijn gedrongen
  6. zijn gedrongen
diversen
  1. dring!
  2. dringt!
  3. gedrongen
  4. dringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Definitions for "dringen":

  1. mensen opzij duwen om zelf vooraan te komen1
    • de mensen stonden voor het paleis te dringen1

Related Synonyms for dringen