Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. farceren:


Dutch

Detailed Synonyms for farceren in Dutch

farceren:

farceren verb

  1. farceren
    vullen; farceren; opvullen
    • vullen verb (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
    • farceren verb
    • opvullen verb (vul op, vult op, vulde op, vulden op, opgevuld)