Dutch
Detailed Synonyms for financieren in Dutch
financieren:
-
financieren
Conjugations for financieren:
o.t.t.
- financier
- financiert
- financiert
- financieren
- financieren
- financieren
o.v.t.
- financierde
- financierde
- financierde
- financierden
- financierden
- financierden
v.t.t.
- heb gefinancierd
- hebt gefinancierd
- heeft gefinancierd
- hebben gefinancierd
- hebben gefinancierd
- hebben gefinancierd
v.v.t.
- had gefinancierd
- had gefinancierd
- had gefinancierd
- hadden gefinancierd
- hadden gefinancierd
- hadden gefinancierd
o.t.t.t.
- zal financieren
- zult financieren
- zal financieren
- zullen financieren
- zullen financieren
- zullen financieren
o.v.t.t.
- zou financieren
- zou financieren
- zou financieren
- zouden financieren
- zouden financieren
- zouden financieren
en verder
- ben gefinancierd
- bent gefinancierd
- is gefinancierd
- zijn gefinancierd
- zijn gefinancierd
- zijn gefinancierd
diversen
- financier!
- financiert!
- gefinancierd
- financierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze