Dutch
Detailed Synonyms for geschat in Dutch
geschat:
geschat form of schatten:
-
schatten
-
schatten
-
schatten
-
schatten
Conjugations for schatten:
o.t.t.
- schat
- schat
- schat
- schatten
- schatten
- schatten
o.v.t.
- schatte
- schatte
- schatte
- schatten
- schatten
- schatten
v.t.t.
- heb geschat
- hebt geschat
- heeft geschat
- hebben geschat
- hebben geschat
- hebben geschat
v.v.t.
- had geschat
- had geschat
- had geschat
- hadden geschat
- hadden geschat
- hadden geschat
o.t.t.t.
- zal schatten
- zult schatten
- zal schatten
- zullen schatten
- zullen schatten
- zullen schatten
o.v.t.t.
- zou schatten
- zou schatten
- zou schatten
- zouden schatten
- zouden schatten
- zouden schatten
en verder
- ben geschat
- bent geschat
- is geschat
- zijn geschat
- zijn geschat
- zijn geschat
diversen
- schat!
- schatt!
- geschat
- schattende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de schatten