Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. geveerd:
  2. veren:


Dutch

Detailed Synonyms for geveerd in Dutch

geveerd:

geveerd adj

  1. geveerd

veren:

veren verb (veer, veert, veerde, veerden, geveerd)

  1. veren
    veren; opveren
    • veren verb (veer, veert, veerde, veerden, geveerd)
    • opveren verb (veer op, veert op, veerde op, veerden op, opgeveerd)

Conjugations for veren:

o.t.t.
  1. veer
  2. veert
  3. veert
  4. veren
  5. veren
  6. veren
o.v.t.
  1. veerde
  2. veerde
  3. veerde
  4. veerden
  5. veerden
  6. veerden
v.t.t.
  1. heb geveerd
  2. hebt geveerd
  3. heeft geveerd
  4. hebben geveerd
  5. hebben geveerd
  6. hebben geveerd
v.v.t.
  1. had geveerd
  2. had geveerd
  3. had geveerd
  4. hadden geveerd
  5. hadden geveerd
  6. hadden geveerd
o.t.t.t.
  1. zal veren
  2. zult veren
  3. zal veren
  4. zullen veren
  5. zullen veren
  6. zullen veren
o.v.t.t.
  1. zou veren
  2. zou veren
  3. zou veren
  4. zouden veren
  5. zouden veren
  6. zouden veren
diversen
  1. veer!
  2. veert!
  3. geveerd
  4. verend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

veren [de ~] nomen, plural

  1. de veren
    de pluimage; het gevederte; de veren; vederdos