Dutch
Detailed Synonyms for herbewapenen in Dutch
herbewapenen:
-
herbewapenen
Conjugations for herbewapenen:
o.t.t.
- herbewapen
- herbewapent
- herbewapent
- herbewapenen
- herbewapenen
- herbewapenen
o.v.t.
- herbewapende
- herbewapende
- herbewapende
- herbewapenden
- herbewapenden
- herbewapenden
v.t.t.
- heb herbewapend
- hebt herbewapend
- heeft herbewapend
- hebben herbewapend
- hebben herbewapend
- hebben herbewapend
v.v.t.
- had herbewapend
- had herbewapend
- had herbewapend
- hadden herbewapend
- hadden herbewapend
- hadden herbewapend
o.t.t.t.
- zal herbewapenen
- zult herbewapenen
- zal herbewapenen
- zullen herbewapenen
- zullen herbewapenen
- zullen herbewapenen
o.v.t.t.
- zou herbewapenen
- zou herbewapenen
- zou herbewapenen
- zouden herbewapenen
- zouden herbewapenen
- zouden herbewapenen
en verder
- ben herbewapend
- bent herbewapend
- is herbewapend
- zijn herbewapend
- zijn herbewapend
- zijn herbewapend
diversen
- herbewapen!
- herbewapent!
- herbewapend
- herbewapenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze